Larsje schoof zijn laatjes open om mij zijn nieuwe boekjes te laten zien. Hij pakte als eerste zijn rekenboekje. Maar nog voordat hij kon laten zien hoe hard ze gewerkt hadden, hield het jongetje naast hem, triomfantelijk zÃjn boekje omhoog…
‘Maar IK heb een veel moeilijkere!’
Lars negeerde het jongetje naast hem en liet me zijn taalboekje zien. Maar wederom kregen we de kans niet om er op in te gaan, omdat het buurjongetje weer zijn boekje in mijn gezicht hield.
‘En IK heb wéér een moeilijkere hahahaha!’
De juffrouw liet het belletje gaan en ik mompelde nog iets van ‘goed gedaan Lars’, voordat ik beduusd de klas uit liep. Maar ergens wist ik, dat hier iets niet goed was gegaan.
Mijn kinderen leren lezen volgens het Veilig Leren Lezen methode. En ze leren rekenen met De Wereld In Getallen.
Beide methodes houden rekening met de verschillende niveaus die in een klas aanwezig zijn. De niveaus zijn te herkennen aan sterren (1,2 of 3 sterren) of de maan-, raket-, zon- en sterboekjes (in het geval van Veilig Leren Lezen).
De juffen zijn lief en zeggen dat het niks uitmaakt welk boekje of hoofdstuk je mag doen. Dat die drie sterren geen beloning betekenen. En dat het er vooral om gaat ‘dat je je best doet.’ En Veilig Leren Lezen denkt ze om de tuin te leiden, met hun schijnbaar neutrale logootjes. Maar dit maakt geen enkel verschil….
ELK KIND WIL EEN RAKETJE ZIJN.
Want kinderen, die hebben de onderlinge verschillen haarfijn in de smiezen.
En Lars is er gevoelig voor. Hij husselt alle letters door elkaar, hoort de verschillen vaak niet tussen bepaalde klanken en is een dromerig kind, maar is zó ontzettend optimistisch dat hij regelmatig aan de juffrouw vraagt hoe lang het nog duurt, voordat hij ook ‘een raketboekje mag’.
En gisteren zei hij opgewekt: ‘Goed nieuws mama! De juf heeft gezegd, dat als ik nog zo heel erg goed mijn best blijf doen, dat ik dan misschien wel een raketboekje krijg!’
Maar de juf, de juf had mij daarover al lang gehint.
Dat ze het wel sneu vond… want, tja, wat moest je nou met zo’n lief, gedreven jongetje, die in de verste verte nog geen raketje is?
Dus besloot ik Lars maar eens te vragen, waarom hij zo nodig een ‘raketje’ wilde zijn. En Lars begon te huilen. Lars wil een raketje zijn, omdat de ándere jongens raketjes zijn.
En dan wordt ik een beetje boos.
Boos omdat deze methodes ervoor zorgen dat er onderscheid ontstaat.
Boos op alle ouders die hun kinderen niet aanleren om bescheiden te zijn en rekening te houden met de gevoelens van andere kinderen.
Boos omdat competitie onder jongens, iets treurigs-opbokserigs heeft, en helemaal niks meer van doen heeft met het accepteren van wie je bent.
Maar dat is niet zo realistisch. Want er Ãs onderscheid. Het ene kind leert nu eenmaal sneller rekenen dan een ander. En jongetjes van zes leren heus wel om bescheiden te zijn, maar dat kan zomaar een jaar of 10 duren. En misschien leren ze dat wel helemaal nooit.
Dat moet ik die ouders ook helemaal niet verwijten. Want onbescheidenheid komt later weer goed van pas in salarisonderhandelingen en het is algemeen bekend, dat mannen daar beter in zijn dan vrouwen.
Die jongens van mij verdienen geen rooie rotcent later, als ik zo door ga.
Maar het ‘sneller leren rekenen of lezen’ is wel subjectief.
Want als Lars -bmk- schrijft, vind hij dat er -buik- staat, draai een schijfletter ‘m’ maar eens om en zet er een puntje op en, verhip!, er staat een ‘ui’.
En als Lars -fat- schrijft, staat er in zijn ogen -tak-, want een ‘f’ op zijn kop én gespiegeld is een ‘t’.
Ik vind dat allemaal allemachtig prachtig. En het is maar de vraag of de snelle rekenaars ook van die mooie creatieve dingen verzinnen, maar je verdient er ammenooitniet een raketje mee. Of drie sterren.
Mijn oudste had ook altijd van die rare fratsen. Die deelde een vierkant blad, bij de eerste les breuken, niet bepaald op de standaard manier in vier gelijke delen. Maar hij had lak aan raketjes en sterren gleden van hem af als water op boter.
Maar Larsje, Lars is gevoelig. En nou moet ik hem leren dat je wat mij betreft een ster bent als je je kunt beheersen als je boos bent, als je iets kunt delen met een ander en als je rekening houdt met andere kindjes, of als je sorry kunt zeggen.
En dat je een ster kunt zijn in alles, van koken tot voetballen.
En dat lang niet alle vaardigheden die een raketje verdienen, terug te vinden zijn op een rapport.
Nou, dat vind ik dus helemaal niet makkelijk, want ten eerste beheers ik mezelf voor geen meter als ik boos ben. Ten tweede ben ik ook wel eens onzeker over mijn eigen vaardigheden, zodat ik mezelf er regelmatig aan moet herinneren dat-ik-een-muts-ben-met-getallen-maar-tjee-ontzettend-handig-blijk-met-een-accuboormachine. En ten derde, ten derde lijk ik op Larsje. En wil ik een raketje onder de moeders zijn.
Omdat ik ook wel eens onzeker word, als andere moeders pochen over het rapport van hun kind. Maar dan moet ik mezelf er maar weer even aan herinneren, dat hun kind misschien niet eens een koprol kan maken. Of een kubus kan tekenen. Of sorry kan zeggen.
En dat wat anderen kunnen, er eigenlijk ook helemaal niet toe doet.
Geplaatst op 1 juni 2014