‘Jouw stiefbroertje en -zusje wonen hier toch niet?’ vraagt het vriendje van mijn jongste zoon terwijl ik de voordeursleutel in het slot steek. Zijn blik blijft rusten op ons naambordje naast de voordeur.
Dit vriendje komt al jaren bij ons over de vloer en weet precies hoe het zit met ons samengestelde gezin, maar hij vindt het telkens weer een fascinerend onderwerp.
‘Jawel,’ antwoordt mijn zoon. ‘Alleen zijn ze nu bij hun moeder.’
‘Ja, dat bedoel ik, ze wonen dus niet hier, maar bij hun moeder,’ reageert het vriendje.
‘Neeeheee, ze hebben gewoon twee huizen, net als ik.’
‘Ik heb jouw stiefvader ook wel eens gezien met jouw kinderfeestje, weet je nog?’
‘O ja, dat kan kloppen. Maar eigenlijk is hij niet mijn stiefvader, want mijn moeder is niet met hem getrouwd. Dan heet dat officieel dus niet zo,’ reageert mijn achtjarige wijsneus.
Het vriendje begrijpt er nu ineens niets meer van. Mijn jongste heeft er altijd wel lol in om ze op het verkeerde been te zetten. Hij heeft duidelijk geen zin in al die vragen en beantwoordt ze alleen uit beleefdheid.
Hij snapt ook echt niet waarom zijn klasgenootjes het zo ingewikkeld vinden allemaal.
‘Hoeveel stiefbroertjes en -zusjes heb jij nou in totaal, alle families bij elkaar opgeteld?’
Diepe zucht.
‘Twee stiefbroertjes en twee stiefzusjes, heel simpel.’
‘Maar waarom staan die dan niet allemaal op het bordje?’
‘Welk bordje?’
‘Buiten naast de deur.’
Zoon doet de voordeur weer open en kijkt op het naambordje. ‘Ja, nogal logisch! Omdat mijn stiefbroer en -zus van mijn vaders kant hier niet wonen! Duh.’
‘O, nou snap ik het. Zullen we op de Playstation?’
Geplaatst op 22 september 2014
Bekijk hier het complete blogoverzicht