Kobe Vanroy

Dieselfilosofie

Kobe Vanroy 

Enkele maanden geleden bouwde een bekende brandstoffenleverancier een nieuw tankstation in mijn buurt. En nog geen kleintje ook. Een stuk of twaalf pompen staan nu tot de maatschappelijke beschikking, samen met een carwash, een shop die kan concurreren met een kleine supermarkt, en een wegrestaurant waar je ’s morgens ook gewoon een brood kan gaan kopen. En dat allemaal zonder sluitingsuur.

Misschien heeft het wat met die nachtelijke uren te maken, maar de parkeerplaats van het nieuwe tankstation is ook een ontmoetingsplek geworden voor de plaatselijke jeugd. Geen pubers, maar 18+’ers die er hun wagens – het valt me op dat het geen type gezinswagens zijn – allemaal netjes langs elkaar parkeren en gewoon een sigaretje staan te roken. Althans zo ziet het er toch allemaal uit. Ook Tim, een jonge twintiger met autisme, parkeert er zijn getunede BMW (‘Hij kostte niet zoveel als je denkt hoor!’). Het moet gezegd, deze jongeren, ook die zonder autisme, gaan met een precies oog voor detail om met hun wagens. Elk spatje wordt meteen afgeveegd, zodat de lak altijd glanst en de chromen velgen blinken in de avondzon.

Voor Tim zijn auto’s en de parkeerplaats het einde. Een ideale vrijetijdsinvulling, een speelterrein voor sociale vaardigheden, het perfecte gespreksonderwerp. Hij behaalde twee jaar geleden zijn rijbewijs ogenschijnlijk zonder enige moeite. ‘Het verkeer vloeit’, zei hij me ooit tijdens een coachingsgesprek. ‘Zoals sommige mensen vinden dat klassieke muziek vol harmonie zit, zo vind ik dat van rijdende auto’s op de openbare weg. Sneller, trager, samenspel…’

Tim houdt van de verkeersregels en kan er zelfs flexibel mee omgaan. Daarmee is hij waarschijnlijk de uitzondering die de regel bevestigt. Flexibiliteit en autisme gaan niet samen, zegt een volhard cliché. En daar schuilt natuurlijk een waarheid in. Vraag Tim niet om flexibel om te gaan met zijn huishoudelijke planning, ook niet met moeilijke data in onze agenda’s waardoor we een gesprek soms moeten verplaatsen. Maar Tim is meer dan zijn autisme; hij is – misschien zelfs in de eerste plaats – een jonge twintiger die van auto’s houdt. En de oplossingsgerichte begeleider die ergens in me schuilt en meer en meer naar buiten wil, die ziet vooral dat.

Alleen onbekende trajecten en files zijn een probleem. ‘Alsof de muziek gewoon midden in een concert stopt. Meestal omdat er een dwaze muzikant niet kon volgen en een ongeval veroorzaakte.’ En ook dan spelen tankstations een cruciale rol. Wanneer Tim in een file terecht dreigt te komen, neemt hij meteen de eerste de beste afrit en zoekt hij een tankstation op, al heeft hij helemaal geen benzine nodig. ‘Ik controleer mijn bandenspanning, vul misschien de tank een beetje bij, veeg mijn ruiten schoon, check het oliepeil… Niks vreemds aan.’ Maar eigenlijk controleert hij er vooral zijn eigen spanning, ‘herbront’ hij er zelf, zet hij gedachten terug op een rijtje en checkt hij of zijn stressniveau terug op peil is. Al bij al een prachtige strategie van een jonge twintiger om tot rust te komen. ‘Niks vreemds aan.’ Hij lijkt een ‘gewone’ jonge kerel, die alleen maar ‘normaal’ wil zijn. En hij doet dat best goed. Al z’n leven lang. Dat hij daardoor zo zwaar overschat wordt, ziet ook niemand. Goedbedoeld gingen zoveel leerkrachten ervan uit dat Tim de opdrachten op school wel zou aankunnen. Met begrijpelijke hoop mikten zijn ouders op vervolgopleidingen voor hun zoon, want hij is toch zo sterk in denken en zeggen. Tim zit niet meer op school, maar is er niet minder gelukkig om.

‘Maar neem nou op reis gaan, een weekendje weg of naar een festival. Dat is toch vaak een (deels) onbekend traject?’, vroeg ik hem. Ik weet dat Tim zo’n uitstap goed voorbereidt waarbij Google Maps of Street View fundamentele hulpmiddelen zijn. Hij spendeert uren achter zijn computer om wegen uit te stippelen, hij maakt wiskundige berekeningen hoeveel benzine hij zal verbruiken en wat dat dan precies gaat kosten. En natuurlijk voert hij de coördinaten van verschillende tankstations al vooraf in in het geheugen van zijn navigatie. Zo is hij er zeker van dat hij zijn bandenspanning kan controleren, een beetje kan bijtanken, zijn ruiten schoon kan vegen, zijn oliepeil kan checken… Just in case, natuurlijk.

‘Maar als je dan zo vaak moet stoppen in een tankstation, dan ben je toch zoveel langer onderweg en pas uren later op je eindpunt?’. Ik probeerde hiaten in zijn redenering bloot te leggen. Maar meer dan eens leert Tim mij levenslessen in plaats van andersom en met de woorden van een volleerd dieselfilosoof van twintig jaar antwoordde hij dan ook: ‘De reis, beste Kobe, is belangrijker dan de bestemming.’

Geplaatst op 31 mei 2016

Bekijk hier het complete blogoverzicht

Winkelwagen
Scroll naar boven