Een telefoontje van een moeder. Zij wil graag mijn hulp inroepen voor haar zoon van 16. Hij heeft nog een paar maanden voor zijn Havo-examen. Het is een slimme jongen die tot nu toe gemakkelijk door de schooljaren heen is gerold. Maar vreemd genoeg kelderen zijn resultaten de laatste maanden bij de examenvoorbereidende toetsen. Hierdoor is het spannend geworden of hij nog kan slagen. Moeder weet niet goed wat ze ervan moet denken. Hij is de laatste tijd ook vaak thuis. Is er misschien iets gebeurd op school? Heeft hij ruzie met zijn vrienden? Heeft hij extra hulp nodig bij het plannen en organiseren van zijn schoolwerk? Het lukt haar niet om in gesprek te komen met haar zoon. De gesprekken lopen vaak uit op verwijten en conflicten. Zou ik eens willen onderzoeken wat er aan de hand is?
Dat wil ik wel. Ik ben immers altijd nieuwsgierig naar het onderliggende verhaal. Ondertussen weet ik echter ook dat het échte verhaal pas komt nadat er vertrouwen is ontstaan. Daarom begin ik een traject altijd vanuit de behoefte van het kind. Deze jongen geeft aan graag te willen oefenen met planningstechnieken en studievaardigheden. Dit onderwerp staat dus centraal tijdens onze eerste afspraak. Maar hij kent alle trucs en laat ook zien dat hij overzicht heeft over de lesstof. Dit is niet de oorzaak van zijn probleem.
In het volgende gesprek bespreken we het belang van vriendschap. Hij geeft aan enkele goede vrienden te hebben die hij kan vertrouwen. Zijn beste vriend heeft sinds kort een vriendin waardoor ze elkaar wat minder zien maar ze hebben nog steeds veel digitaal contact. Hij gaat ook regelmatig uit met een clubje jongens en vindt dat gezellig. Hierin ligt ook niet de oorzaak van zijn tegenvallende schoolresultaten.
De sessie daarna vind ik de tijd rijp voor een verdieping. Ik vraag de jongen om met Playmobil-poppetjes een beeld neer te zetten van zijn huidige gezinssituatie. Hij vindt het een leuke opdracht en zoekt als eerste een poppetje uit voor zijn vader. Dit poppetje wordt resoluut helemaal op de hoek van de tafel neergezet, met het gezicht weggedraaid van het midden. Daarna pakt hij een poppetje voor zichzelf. Dit figuurtje heeft hetzelfde formaat als zijn papa en wordt neergezet in het midden van de tafel. Daarna wordt zorgvuldig een poppetje voor zijn moeder uitgezocht. Ik ben benieuwd waar moeder een plek gaat krijgen. Uiteindelijk zet hij haar stijf naast zichzelf neer. Dan rest er nog één gezinslid; het jongere zusje. Voor haar kiest hij een klein Playmobil-poppetje en zij wordt schuin achter hem zelf gepositioneerd.
Ik vraag hem naar de uitleg van dit beeld. Hij vertelt dat zijn vader naar het buitenland is vertrokken toen hij zeven jaar was. In het begin bezocht vader zijn gezin geregeld, maar op dat moment heeft hij zijn vader al 2,5 jaar niet gezien. Hij schampert dat zijn vader hem wel eens belt maar dat het altijd over onbenullige zaken gaat. Op mijn vraag of hij teleurgesteld is in het contact met zijn vader haalt hij zijn schouders op. Hij vertelt wel enthousiast over zijn moeder. Zij is zeer zorgzaam en betrokken. De jongen is dan ook heel blij met de relatie met zijn moeder. Hij heeft ook een hecht contact met zijn jongere zus.
Zijn opmerkingen roepen allerlei vragen bij mij op en ik verzoek de jongen om deze situatie eens op de grond neer te leggen met vloertegels. Wij kunnen dan verder onderzoeken hoe de gezinsleden zich onderling tot elkaar verhouden. De jongen aarzelt en vindt het maar een vreemde opdracht. Toch wint zijn nieuwsgierigheid en hij legt zijn ‘familieleden’ neer op de grond.
Daarna geef ik aan dat hij op zijn eigen tegel mag gaan staan. Dit doet hij. Hij wiebelt wat heen en weer en kijkt mij onzeker aan. Ik vraag hem wat hij voelt en wat er in hem opkomt tegenover zijn familieleden. Hij concentreert zich en ik zie dat er iets in zijn lichaamstaal verandert. Hij richt zich opeens op en schreeuwt bijna tegen de tegel van zijn vader: ‘Waarom kom jij eigenlijk zo weinig langs? Ben je ons soms vergeten of zo? Dat is toch niet normaal!’ Hij schrikt een beetje van zijn uitval maar ik knik geruststellend. Blijkbaar is dit het gevoel dat diep in zijn onderbewustzijn verstopt zit. Hij ademt eens diep in en draait zich richting de tegel van zijn moeder. Tegen haar zegt hij: ‘Mama, hoe ga je dat doen zonder mij?’ Tenslotte kijkt hij naar zijn zusje. Voor haar heeft hij een geruststellende boodschap: ‘Ik blijf je beschermen hoor.’
Onder de indruk van zijn eigen reacties gaat hij zitten. In de nabespreking realiseert hij zich opeens dat hij zich bijzonder verantwoordelijk voelt voor zijn moeder en zusje. Diep van binnen is hij bang dat zijn moeder en zusje het niet gaan redden zonder hem. Als hij zijn diploma haalt, gaat hij immers op kamers wonen in een andere stad.
Ik leg hem uit dat hij zonder het te weten de rol van zijn vader heeft overgenomen. Vanuit loyaliteit naar zijn moeder heeft hij haar willen helpen en ondersteunen. Maar nu is de tijd gekomen om voor zichzelf te kiezen. Als jongvolwassene is het je opdracht om je los te maken van je ouders en je eigen weg te gaan bewandelen. Hij mag dat gaan doen in het vertrouwen dat zijn moeder prima in staat is haar eigen leven te leiden… Diep nadenkend verlaat hij de ruimte.
Vier maanden later krijg ik een WhatsApp-berichtje. ‘Yes, ik ben geslaagd. Na de vakantie begin ik in Utrecht aan mijn vervolgopleiding.’
Elke keer weer ben ik gefascineerd door de onzichtbare lijntjes tussen ouders en kinderen. Dit levert veel liefde en verbinding op. En soms? Soms werken ze belemmerend…
Geplaatst op 9 juni 2016
Bekijk hier het complete blogoverzicht