Iedereen kan leren lezen! Echt iedereen? Nou ja, bijna iedereen. Ik was laatst op een mytylschool en daar zag ik een leerling die doof en slechtziend was, met een intelligentie van 30. Zij had inderdaad grote moeite met lezen en kon eigenlijk alleen pictogrammen lezen. Maar dergelijke leerlingen vormen slechts een zeer kleine groep; laten we zeggen ongeveer 2 procent.
Dat betekent dat 98 procent van alle kinderen goed kan leren lezen. Dit komt overeen met de resultaten van een groot leesverbetertraject waaraan 45 basisscholen in Enschede deelnamen. Van de ongeveer 10.000 kinderen beheerste 98 procent bij het verlaten van de basisschool het technisch lezen op het niveau van eind groep 8. Bedenk daarbij dat ongeveer 3,6 procent van de kinderen dyslectisch is en dat dus zelfs een gedeelte van de dyslectische kinderen goed heeft leren lezen. Een ongelooflijk knap resultaat, dankzij kwalitatief hoogwaardige leeslessen op deze scholen.
Iedereen kan leren lezen! Echt iedereen? Nou, ja bijna iedereen. Technisch lezen heeft in ieder geval niets te maken met intelligentie of sociaaleconomische afkomst. Ook kinderen met een lagere intelligentie of sociaaleconomische status kunnen goed leren lezen en het eindniveau behalen in groep 8. Zij zijn hiervoor wel, meer dan de overige kinderen, afhankelijk van de mate waarin de school goed leesonderwijs weet te realiseren.
Veel van deze kinderen staan namelijk al op achterstand op het moment dat zij instromen in groep 1. Het vraagt dus een extra inspanning van de leerkracht en de school. Het vraagt een grondige kennis van effectief leesonderwijs en een grote vaardigheid om dit te vertalen naar concreet handelen in de leesles. Maar het kan echt.
Iedereen kán leren lezen! Maar léért iedereen ook lezen? Helaas niet. Niet iedereen leert goed lezen. In Nederland is ongeveer 12 procent van de bevolking laaggeletterd. Deze mensen zijn niet in staat om volwaardig deel te nemen aan de maatschappij: ze kunnen geen brieven, kranten of recepten lezen. Geen ondertitels, boeken of tijdschriften. Ze begrijpen de ouderbrief van de school van hun kind niet. Ze lezen hun kinderen niet voor.
Iedereen kán leren lezen! Maar léért iedereen ook lezen? Helaas niet.
Een kind in Woerden heeft een grotere kans goed te leren lezen dan een kind in Rotterdam. In Woerden is minder dan 5 procent laaggeletterd. In Rotterdam is dat meer dan 16 procent. De leeskloof loopt scherp langs de sociale klassen: Amsterdam-Zuid kent slechts 4% laaggeletterden en Zuidoost maar liefst 37 procent.
Het maakt helaas uit waar je wieg staat of je wel of niet goed leert lezen. Het maakt uit wie je ouders zijn. Het doet ertoe wat hun opleidingsniveau is. Dat is onnodig, ongewenst en een grote schande. Onderwijs moet de verschillen in kansen tussen sociale klassen niet bevestigen en vergroten, maar wegnemen. Want iedereen kan leren lezen! Echt iedereen? Nou ja, bijna iedereen.
Kijk eens naar jouw klas, naar jouw school. Hoeveel procent van de leerlingen verlaat groep 8 met een leesniveau lager dan AVI-PLUS? Beschouw je dit als een vaststaand gegeven vanwege de wijk waarin jouw school staat? Of zie je het als een verschijnsel waarop je invloed hebt? Bevestigen we de leeskloof of gaan we deze dichten?