Volgens de SIRE-campagne ‘Laat jij jouw jongen genoeg jongen zijn?’ moeten ouders hun zonen stimuleren vooral lekker buiten te spelen, schaafplekken op te lopen en vies thuis te komen. Ik ben moeder van drie zonen én kinder- en jongerencoach, dus die opdracht prikkelt mij wel.
Voor onze jongste is het niet zo moeilijk. Hij speelt veel buiten, gaat graag zwemmen met vriendjes en springt geregeld op de trampoline. De oudste zit regelmatig op het water: hij houdt van zeilen, vrijheid en avontuur gegarandeerd. Maar de middelste is niet zo gemakkelijk naar buiten te bewegen. Deze puber houdt van lezen, relaxen en uiteraard van zijn telefoon. Hem ‘genoeg jongen’ laten zijn, is voor mij een grote uitdaging.
Zo ook deze zomer. We hebben de goede traditie om de vakantie te starten met het maken van een afsprakenlijst, waarin duidelijk wordt welke verwachtingen we van elkaar hebben. Op deze lijst staat bijvoorbeeld hoe lang er gegamed mag worden en dat de mobiele telefoons ’s middags ingeleverd worden. Natuurlijk mogen mijn zonen ook input leveren. Zo staat er op de lijst dat we minimaal drie keer per week een ijsje eten en dat zij één keer per week mogen kiezen wat we eten. En dit jaar hebben wij, met een knipoog naar SIRE, aan de lijst toegevoegd dat er elke dag een buitenactiviteit plaatsvindt.
Nu waren we de eerste drie weken van de vakantie thuis en het weer was niet geweldig. Regelmatig kletste de regen gezellig tegen de ramen en moesten wij achter de bloempotten aanrennen die door de tuin waaiden. Maar ja, aan de verplichting een buitenactiviteit te doen, moesten we wel voldoen. Dapper maakten we fietstochtjes in de regen, organiseerde ik een uitje naar een klimcircuit en moesten de jongens mee wandelen. Het ging niet allemaal van harte.
Al mijmerend over jongens en hun gedrag dacht ik ook na over de jongens die ik in de afgelopen maanden in mijn praktijk begeleid had. Ik vroeg me af: doe ik met jongens andere activiteiten dan met meisjes? Mijn conclusie: mijn begeleidingstrajecten laten heel wat variëteit zien.
Zo is daar Joris, een stuiterballetje van negen jaar, die nauwelijks vijf minuten kan stilzitten. Hij kwam bij mij om zijn boosheid te reguleren. Ik heb veel fysieke oefeningen met hem gedaan, balspellen gespeeld en buitentochten ondernomen om hem te helpen. En dan is er Peter, een superslimme puber van veertien die moeite had met het schoolsysteem, omdat zijn manier van leren er niet bij aansluit. Het kostte hem veel energie om op school binnen de kaders te functioneren en dat resulteerde thuis regelmatig in opvliegend gedrag. Aan hem heb ik het advies gegeven te gaan sporten en bewegen, zodat hij door fysiek bezig te zijn, zijn frustraties kwijt kan. Nu trapt hij regelmatig een balletje met zijn vader, gaat hij op de fiets naar school en hangt er een boksbal in zijn kamer. Maar ik begeleidde ook Bart van acht jaar, een rustige, gevoelige jongen die hulp nodig had om zichzelf in de klas meer te laten zien en zijn grenzen aan te geven. Fysieke spellen vond hij te intimiderend, dus met hem heb ik vooral via boekjes en knutselopdrachten gewerkt aan zijn zelfvertrouwen. Elke jongen dus dezelfde aanpak? Dat was in de afgelopen periode bepaald niet het geval.
En hoe ging het thuis verder? Ergens in de tweede week was er alweer een vakantiedag met regen. ‘Jakkie, welke buitenactiviteit zullen we vandaag ondernemen?’ dacht ik. ‘Een buitenspeurtocht? Een rondje door Zwolle fietsen? Een trampolinemarathon?’ Geen enkele van mijn voorstellen werd met enthousiasme ontvangen. ‘We kunnen ook gewoon lekker een Harry Potter-film gaan kijken,’ opperde de middelste. Eigenlijk vond ik dat een prima plan. Gewoon lekker op de bank relaxen en een filmpje kijken.
En opeens realiseerde ik me waarom ik maar bleef nadenken over die SIRE-campagne. We kunnen toch niet spreken van één type échte jongen! Iedereen heeft zijn eigen behoeften en kwaliteiten. Waar de een overstroomt van testosteron en alleen maar wil bewegen, is de ander bedachtzaam, intellectueel en gevoelig. Waar de een houdt van sport, houdt de ander van schaken. En dat is helemaal oké. Uiteraard is het belangrijk dat er balans is tussen lijf en hoofd. Dus kinderen stimuleren om te sporten en lekker buiten te zijn, is nodig. Maar dat geldt niet alleen voor jongens, álle kinderen hebben baat bij ruimte en beweging. En het is ook niet de enige manier om jongens te bereiken.
Uiteindelijk blijft het allerbelangrijkste dat je met aandacht naar een kind kijkt en afstemt op zijn of haar individuele behoefte, los van het geslacht. Dus laten we alsjeblieft geen etiketten met ‘een echte jongen’ of ‘een echte meid’ opplakken. Laten we gewoon elk kind blijven zien in zijn of haar eigenheid.
Dus ik ben eruit! Wilt u mij dan nu verontschuldigen? Ik word geroepen voor deel 8 van de Harry Potter-cyclus …
Gepubliceerd op 25 september 2017