Vanaf het moment dat onze zoon op mijn buik werd gelegd, voelde ik me met hem verbonden. Daardoor was ik in het eerste jaar vaak al wakker voordat hij ging huilen. Een vriendin had iets vergelijkbaars: zo voelde ze dat haar dochter écht naar het ziekenhuis moest en dat ze het niet ‘nog een dag moest aankijken’, zoals de huisarts zei. En haar gevoel klopte. Het bleek dat haar dochter het RS-virus had opgelopen en bijna uitgedroogd was. Ook in mijn werk hoor ik regelmatig verhalen van ouders die onbewust aanvoelen dat er iets is met hun kind. Het wordt bijvoorbeeld gepest of is bijna in handen gevallen van een loverboy.
Ouders zitten met duizenden lijntjes vast aan hun kinderen. Noem het DNA, noem het ouderliefde, noem het lichaamstaal; een complete wetenschappelijke verklaring ontbreekt. Maar het is wel een mooi gegeven om de opvoeding op te baseren. Ouders weten of voelen echt wat hun kind nodig heeft. Als zij trouw blijven aan hun gevoel, weten ze of het nodig is hun kind van school te laten wisselen. Als zij luisteren naar hun intuïtie, weten ze of hun puber een dipje heeft of met iets wezenlijks worstelt. Ouders mogen vertrouwen op hun onderbuikgevoel.
Dit gezegd hebbende is er toch één valkuil waar ik op wil wijzen. In de reacties van ouders naar hun kind toe spelen regelmatig nog emoties uit hun eigen jeugd een rol. Dit wordt ook wel projectie genoemd. Dat is geen probleem als ouders zich ervan bewust zijn. Maar sommige opgedane ervaringen hebben ze wellicht weggestopt of ontkennen ze. Dit ’dekseltje’ kan opgelicht worden als hun kind met een serieus probleem bij hen komt. Als een moeder zelf gepest is op de basisschool en destijds bij niemand terecht kon, zal ze overmatig schrikken als haar zoon vertelt dat hij in de pauzes niet mee mag spelen. Haar zoon ‘leest’ haar angst en zal zich hierdoor onzeker voelen. Je kunt je voorstellen dat dit zijn probleem juist verergert. Als een moeder daarentegen een goede schooltijd heeft gehad, kan ze haar kind vertrouwen en relativering meegeven. Hierdoor zal de situatie een ander verloop hebben.
Daarom nodig ik ouders altijd uit om ook te kijken naar hun eigen aandeel in de hulpvraag van een zoon of dochter. Als ouders hiertoe bereid zijn kan dit een enorme boost zijn voor het traject.
Zo begeleidde ik Manon in haar onzekerheid. Manon was elf jaar en heel angstig in vriendschappen. Ook vond ze nieuwe situaties altijd spannend. We hebben samen gewerkt aan een positiever zelfbeeld en het creëren van kleine succeservaringen.
Maar de échte ommezwaai kwam pas nadat Manons moeder zich opende. In het tussengesprek vertelde ze mij dat ze enigszins teleurgesteld was in het resultaat tot nu toe. Ze vond het bovendien moeilijk haar dochter te ondersteunen. Eigenlijk vond ze de paniekaanvallen van Manon maar aanstellerij en ze snapte al helemaal niet waarom Manon niet durfde te logeren bij haar vriendinnen.
Toen ik haar vroeg of zij zélf wel eens onzeker was, bleef het stil. Ik had duidelijk iets geraakt. Na enige tijd vertelde ze emotioneel over de bevalling en het eerste levensjaar van haar dochter. Ze had die eerste tijd totaal niet als een roze wolk ervaren. Ze had zich eenzaam gevoeld en was uitgeput geraakt van de voortdurende huilbuien van haar dochter. Normaal gesproken zou ze dit met haar eigen moeder hebben gedeeld, maar die was ziek in dat jaar en niet beschikbaar. Ze had geen andere hulp durven vragen en wist niet hoe ze het moederschap moest invullen. Om te overleven had ze geprobeerd het probleem te omzeilen. Ze was snel weer aan het werk gegaan en had haar dochter naar de kinderopvang gebracht.
Gaandeweg dit gesprek zag ik bij haar de puzzelstukjes op de juiste plek vallen: ‘O help, ik voel me eigenlijk nog steeds heel onzeker over of ik het als moeder allemaal wel goed doe!’ Ze besefte dat ze Manon geen rust en ruimte gaf bij lastige momenten. Ze vond het moeilijk om de emoties van haar dochter te erkennen en vertrouwen uit te stralen in een goede afloop. In een opvoedopstelling hebben we samen bekeken hoe zij haar dochter beter kon ondersteunen. De moeder van Manon kwam erachter dat ze nog steeds loyaal was aan de opdracht van haar eigen ouders: ‘Niet aanstellen, gewoon doorgaan!’ Hierdoor had zij zelf niet geleerd om zich kwetsbaar op te stellen en hulp te zoeken bij anderen. En dit was precies wat Manon nu wel verlangde van haar. Door dit inzicht begreep zij de behoefte van haar dochter. We hebben samen een praktisch stappenplan gemaakt voor hoe ze Manon hulp kon bieden.
Deze inspanningen werkten zeer positief. Het lukte moeder om meer begrip te tonen voor haar dochter. Er zijn daarnaast afspraken gemaakt met school, zodat Manon ook daar ondersteuning kreeg. Moeder toonde haar eigen kwetsbaarheid waardoor haar dochter het goede voorbeeld kreeg. Dat is de optimale verbinding tussen ouder en kind.
Gepubliceerd op 6 februari 2018
Bekijk hier het complete blogoverzicht