Hij ging het gewoon écht niet doen, praten met die nieuwe begeleider. Dat de grote mensen hadden bedacht dat zij hem zou gaan helpen na een heel zwaar en stressvol jaar, daar had hij geen boodschap aan. Het voelde gewoon te onveilig voor hem. Wat moest hij met ‘dat mens’?
Op de dag dat ze zou komen om kennis te maken, sloot hij zich letterlijk en figuurlijk op, in zijn hoofd en in zijn kamer. Met veel lawaai barricadeerde hij zijn deur, door er allemaal spullen voor te zetten. Hij ging het gewoon écht niet doen en niemand die hem van dat besluit af zou helpen!
Daar kwam ze. Een jonge vrouw, nog niet zo lang geleden afgestudeerd. We dronken thee in de keuken. En we praatten wat, over wie ze was, haar interesses en andere koetjes en kalfjes. Achter de gebarricadeerde deur was het stil, op wat geroep na dat hij ‘dat mens’ echt niet hoefde te zien. Zijn oren wijd open, dat wist ik. Hij hoorde al onze koetjes en kalfjes prima.
Het tweede bezoekje was een soortgelijke ervaring. Het was ons nu wel duidelijk: hij ging het écht niet doen. Hij was zo angstig, zo vol stress. Hij liet geen buitenstaanders meer toe in zijn veilige huis.
Met de jeugd-ggz hadden we een brainstormsessie. Op zoek naar de sleutel naar contact. Na een halfuurtje praten, wisten we het: de sleutel was sport! Er was namelijk nog een plek waar hij zich veilig voelde: op zijn budovereniging. Een paar dagen later vertelde ik hem, dat ze erg graag met hem zou willen sporten. En dat het dan wel handig was, dat ze op zijn budovereniging kwam kijken naar hoe hij eigenlijk sport. Hij knikte blij, daar ging hij mee akkoord. Hij vond het een volstrekt logische gedachte dat ze hem daar eerst even moest zien.
Drie bezoekjes aan de budovereniging, dat bleek de ingang te zijn. De eerste keer negeerde hij haar totaal. Er was geen contact. Wel deed hij enorm zijn best om flink te sporten. De tweede keer idem dito. Onderweg naar huis, op de fiets, had hij een vraag: ‘Denk jij dat ze vindt dat ik het goed deed?’ Ik antwoordde: ‘Ik weet wel zeker dat ze dat vindt.’ Stil fietste hij naast me. In zijn hoofd draaiden de radertjes. De derde keer kwam hij na het sporten naar ons toe. Hij keek naar haar, hoe ze aan de tafel zat met haar uitgeklapte werklaptop voor zich. ‘Hoeveel MB heeft jouw laptop?’ vroeg hij. ‘Dat weet ik eigenlijk niet, misschien kun je even voor me kijken?’ Het was de meest briljante openingszin die ik in jaren gehoord had. Voordat we het wisten pakte hij de laptop en zocht hij op hoeveel MB hij had. ‘Dank je,’ zei ze rustig. En dat was het. De week erna gingen ze samen sporten, mijn zoon en zijn autismecoach. Dit was twee jaar geleden. Ze sporten en werken nog steeds samen. En ‘dat mens’ heeft nu gewoon een naam.
De sleutel naar contact is soms niet eenvoudig te vinden. Er is veel kennis van autisme voor nodig. Op de ‘gewone’ manier zou ik iets opvoederigs gezegd hebben als: ‘Jij komt nú je kamer uit om haar netjes een hand te geven en je voor te stellen. Ben je nou helemaal betoeterd?!’ Maar dan zou het contact nooit tot stand zijn gekomen. Sterker nog, de situatie zou volledig zijn geëscaleerd. De sleutel naar contact bleek, naast sport, een heel autismevriendelijke techniek te zijn, namelijk niets doen. Wachten. Net zo lang tot hij contact maakte met haar en haar toeliet in zijn wereld.
Niets doen en wachten tot het veilig genoeg voelt om contact te maken. Dat kost tijd. En laat tijd nu net een schaars goed zijn in onze huidige maatschappij. We hebben het vaak niet, want ons smart-gestelde doel moet wel binnen zes weken bereikt zijn, anders kunnen we niet evalueren. Is er na zes weken niets bereikt, dan was het vast geen goede actie, weg ermee! Wat zou het fijn zijn als we allemaal wat meer tijd zouden hebben of nemen. De wereld zou er een stuk autismevriendelijker van worden.
Autismevriendelijk, dat was ook het woord dat in me op kwam toen ik gevraagd werd om de bestaande, goed lopende Hulpwaaier Autisme in de klas na te kijken en aan te passen aan de huidige tijd. Deze hulpwaaier moest heel autismevriendelijk worden, vond ik. Het redactiewerk was voor mij een helende reis. Juist ik – moeder van een kind met autisme dat was vastgelopen in het onderwijs én intern begeleider midden in het systeem van vaak niet-passend onderwijs – ging de hulpwaaier autismevriendelijk maken. Het is me aardig gelukt, al zeg ik het zelf. Maar ik weet nu al dat over een tijd, als we eindelijk allemáál vinden dat smart niet past, er een versie drie komt. En vooraan in die hulpwaaier komt dan de belangrijkste autismevriendelijke tip te staan: ‘Neem en geef TIJD’!
De Hulpwaaier Autisme in de klas, autismevriendelijke tips en strategieën bij de hand verschijnt eind april.
Geplaatst op 3 april 2018
Bekijk hier het complete blogoverzicht