SIRE (Stichting IdeĆ«le Reclame) heeft een nieuwe campagne: #DOESLIEF. DOESLIEF confronteert onze burgers met groot en klein onaardig gedrag, zoals het negeren van een caissiĆØre in de supermarkt, voordringen in de trein, geluidsoverlast, burenruzies, schelden en haatberichten op sociale media. āHet geweten van Nederlandā, zoals in het AD stond, probeert ons bewust te maken van asociaal gedrag dat volgens velen steeds ānormalerā schijnt te worden.
Is zoān campagne nou nodig en heeft het effect? Op de laatste vraag is misschien moeilijk antwoord te krijgen. Maar ik merk zelf dat ik na het horen van zoān reclame toch iets bewuster in contact ga met de caissiĆØre dan ik normaliter gedaan zou hebben als ik haast heb. Als je niets doet, verandert er ook niets!
Of het nodig is? Daar zijn heel veel mensen het denk ik over eens: ja, het is nodig! Maar ook dat is moeilijk objectief meetbaar. Zijn wij daadwerkelijk minder āliefā tegen elkaar geworden dan tien jaar geleden? Hoe meet je ālief doenā? Wat de een onaardig vindt, is in de beleving van een ander āgewoon een grapjeā.
Humor is heel persoonlijk. Ik kan enorm genieten van een cabaretvoorstelling of een humoristische tv-serie. Maar over smaak valt niet te twisten en bij dit soort dingen is het makkelijk: als je het niet leuk vindt, ga je er niet heen of zet je de tv uit. Humor op de werkvloer of in de klas is soms ingewikkelder. Daar kun je niet altijd kiezen of je het wilt horen.
Zo ervaar ik dat er vaak grappen gemaakt worden over autisme. Ook in schoolteams maak ik het mee dat mensen een grap maken als: āIk kan niet tegen veranderingen, hĆØ? Ik ben gewoon een autist!ā Er wordt vrijwel altijd om gelachen. Zelf heb ik het nooit zulke leuke grappen gevonden, want ik heb mensen in mijn familie en naaste omgeving die autisme hebben en weet maar al te goed wat dit kan betekenen. Toch ben ik de grappen āgewoonā gaan vinden, omdat je ze zo vaak hoort. Ik stoor mij er niet echt meer aan. Totdat ik een keer iemand zeer gekwetst zag reageren toen een grap over autisme gemaakt werd. Deze collega bleek recent te hebben gehoord dat haar kleinzoon autisme heeft. Haar reactie schudde mij wakker: dit zijn geen leuke grappen, hieraan moet je niet gewend raken!
Ruim 1 procent van de Nederlanders, ongeveer 200.000 mensen, heeft autisme. Maar het aantal mensen dat te maken heeft met autisme is vele malen groter, zoals ouders, broers, zussen, grootouders, ooms en tantes, leraren, klasgenoten. Autisme is een aangeboren pervasieve ontwikkelingsstoornis. Van buiten zie je vaak niet dat iemand autisme heeft, maar vanbinnen is er heel veel dat anders werkt. Volgens psychiater en hoogleraar autisme Wouter Staal kan autisme het best worden omschreven als een verzamelnaam voor gedragskenmerken die duiden op kwetsbaarheid in sociale interactie, communicatie, flexibiliteit in denken en handelen en het filteren en integreren van informatie. Autisme heeft vaak grote invloed op iemands leven. Als je wat moeite hebt met veranderingen of graag wilt dat het bij hetzelfde blijft, dan heb je slechts een karaktertrek die misschien wat lijkt op een van de vele kenmerken die je moet hebben om de diagnose autisme te krijgen. Als je wat onrustig bent of enthousiast praat, wil dat ook niet meteen zeggen dat je ADHD hebt. Laat staan dat je het leuk vindt om te horen: āHeb je je pilletje wel ingenomen?ā
Ik zou daarom graag een #DOESLIEF-spotje willen over rekening houden met elkaar; met je collegaās, leerlingen, klasgenoten, iedereen in je directe omgeving. Een spotje waarin mensen grappen maken die anderen niet kwetsen en waar iederĆ©Ć©n hard om kan lachen. Naast ālief doenā zouden we meer met elkaar moeten lachen. Lachen geeft je energie en het maakt de wereld een stuk vrolijker.
Geplaatst 2 april 2019
Monique Baard publiceerde een aantal boeken bij Uitgeverij Pica, waaronder: