Kobe Vanroy

Ik geloof in haar … en hem

Sinds een tijdje is Grote Broer niet meer alleen. Hij deelt de liefde en zorg van mijn vrouw en mij met zijn Kleine Zus. Dat is niet altijd zo vanzelfsprekend voor een flinke kleuter, maar hij doet het opperbest. Voorlopig in ieder geval. Kleine Zus kan zijn reusachtige blokkentorens of gedetailleerde kleurplaten immers nog niet omverwerpen of stukscheuren. Op dit moment kijkt ze nog enkel gefascineerd toe hoe Grote Broer zijn talenten in de verf zet. En beiden genieten daar zichtbaar van.

Kleine Zus wordt binnenkort gedoopt. Om ergens wel begrijpelijke redenen lokte die keuze wat reacties uit in onze omgeving. ‘Ik wist helemaal niet dat jullie gelovig waren!’ is daarvan de meest gehoorde. Wel, we zijn dat ook helemaal niet. Op een sporadisch huwelijk of een begrafenis van een dierbare na, komen mijn vrouw en ik zelden in een kerk. Maar we zijn wel traditiemensen. En we delen een voorliefde voor geschiedenis. Voor ons hebben oude rituelen in een historisch gebouw dan ook zeker een waardevolle betekenis. Al kan die betekenis wel een beetje verschillen met de bedoeling van de – in Vlaanderen overwegend rooms-katholieke – kerk. Maar toch, er zit iets magisch-realistisch en visueel onvergetelijks in het geven van een kruisje op het voorhoofd van een kind en het gieten van water over haar kwetsbare hoofdje.

We betrekken Grote Broer zoveel we kunnen bij de doop van zijn zusje. Zo lazen we hem een aantal tekstjes voor en mocht hij meehelpen kiezen welke ervan gebruikt zouden worden tijdens de viering in de kerk. Nu zijn de meeste van zulke (Bijbelse) teksten metaforisch te begrijpen en dat zorgde wel geregeld voor gefronste kleuterwenkbrauwen. Een heldere uitleg van mama en papa kwam dan telkens goed van pas. Maar er dook bij Grote Broer daarnaast een eenvoudige vraag op, waarover zijn ouders wat langer moesten nadenken. Niet zozeer over het precieze antwoord, wel over de formulering ervan op een begrijpelijke manier. Volledig in lijn met zijn vragen over dinosaurussen, ridders en draken vroeg mijn zoontje zich af of God echt bestond of bestaan heeft. Zijn naam dook namelijk nogal veel op in de geselecteerde tekstjes …

Misschien hadden we er ons eenvoudig vanaf kunnen maken door ‘Ja hoor!’ te antwoorden. Maar ik ken Grote Broer inmiddels best goed en vervolgvragen als ‘Hoe ziet/zag-ie eruit?’, ‘Hoeveel jaar is-ie (geworden)?’ en ‘Waar is-ie nu dan?’ waren dan niet uitgesloten. En daarop zouden mama en papa veel minder heldere antwoorden kunnen geven.
Het tegenovergestelde antwoord, ‘Nee, die heeft eigenlijk nooit écht bestaan’, zou ook niet ideaal geweest zijn. Want dan zou Grote Broer gegárandeerd vragen waarom we tijdens de doop zo vaak praten over God. En ook daarop weet ik niet meteen een duidelijke reactie te formuleren.
Wij kozen voor een middenweg die waarschijnlijk zowel gelovigen als atheïsten doet steigeren, maar simpelweg wel werkte voor onze zoon. We vertelden dat de tekstjes uit een boek kwamen dat al zó oud was, dat niemand meer weet of God nu wel of niet bestaat of bestaan heeft. Zelfs opa niet. (En die is al héél oud in zijn beleving.) We vertelden ook dat we ze gingen lezen tijdens de doopviering om duidelijk te maken dat we graag willen dat Kleine Zus opgroeit met veel liefde en geluk. Dat we willen laten zien dat ze, als ze het toch een keertje moeilijk heeft, bij ons allemaal terecht kan om haar te troosten of te helpen. Dat we in Kleine Zus geloven, dat we geloven dat ze nu en later goed zal zijn voor de mensen rondom haar.

Diezelfde avond speelden ze samen in bad. Een plasje water is misschien beter uitgedrukt, want de kleinste kan nog maar net stevig zitten (terwijl de grootste al leert zwemmen). Zoals steeds hoort daar een fantasierijk verhaal van Grote Broer bij en zit zijn Kleine Zus lachend mee te spelen, zonder dat ze begrijpt waar het om draait. Meestal zijn de piraten op zoek naar een goudschat of proberen visjes haaien te ontwijken, maar deze keer was het anders. Grote Broer goot voorzichtig wat van het zeepsopje over de haartjes van zijn Kleine Zus en gaf haar een kruisje op haar neusje. ‘Zo, nu ben je beschermd tegen elke aanval van een megadinosaurus of vuurspuwende draak! Nu word je later een prinses en als iemand je pijn doet, dan beloof ik dat ik je met mijn schild en zwaard kom redden! Zo is het toch hè, papa?’

‘Ja,’ antwoordde ik deze keer resoluut. ‘Zo is het.’
Ik geloof in Kleine Zus en haar Grote Broer.

 

Geplaatst op 16 april 2019

Lees hier alle blogs van Kobe >>

 

Winkelwagen
Scroll naar boven