Bertus Meijer

Dan maak je maar zin

Mijn moeder stelde mij vaak voor deze onmogelijke opgave als ik ergens geen zin in had. De discussie was gesloten. Ik ging mokkend naar mijn kamer. Om geen zin te hebben.

Over zin en zingeving in het onderwijs is ook heel veel te zeggen. Ik ben ervan overtuigd dat zingeving en werkdruk onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Als je leraren vraagt wat werkdruk veroorzaakt in schoolwerk krijg je de gebruikelijke antwoorden:
– Overdaad aan administratie
– Grote groepen met veel zorg
– Passend onderwijs
– Al die overlegsituaties die verplicht zijn en niks opleveren
– Kwalitatief slechte, inhoudsloze nascholingen op ongelukkige tijden
– De overdaad aan extra, soms buitenschoolse, activiteiten
– Haperende middelen: verouderde computers, ingewikkeld registratiesysteem, achterhaalde methoden enzovoort.

Zet je de zaken op een rijtje dan valt op dat nagenoeg niemand het heeft over lesgeven. Onze kerntaak veroorzaakt dus blijkbaar geen grote werkdruk. Al die andere zaken wel. Dat is iets pijnlijks om over na te denken.
Deze genoemde oorzaken van werkdruk hebben allemaal te maken met zingeving. Zin die we blijkbaar wel zien in onze lesgevende taken.

Wat is zingeving eigenlijk?
Van Dale definieert het als volgt: ‘zin·ge·ving (de; v) 1 het zoeken naar de betekenis, het doel van het leven’

Blijkbaar zoeken we dus allemaal naar werk van betekenis. Werk in de klas met kinderen beschouwen we als zinvol. Daar hebben we in eerste instantie voor gekozen. We ervaren er geen tot weinig werkdruk in.
Als je kijkt naar de Gouden Cirkel van Simek dan zie je ‘Waarom’ prominent centraal staan. Daarna komen respectievelijk het ‘Hoe’ en het ‘Wat’.

Met dit in ons achterhoofd kijken we naar het lijstje met oorzaken van werkdruk hierboven en kunnen we constateren dat het ‘Waarom’ hier vaak niet duidelijk is.
– Waarom verplicht overleggen over onderwerpen die ons niet aangaan?
– Waarom zo’n overdadige administratie?
– Waarom aanwezig zijn bij een slechte nascholing?
– Waarom al die extra buitenschoolse toeters en bellen?

We missen duidelijk de zingeving als we antwoorden zoeken op deze vragen. Wat we moeten doen is wel duidelijk. Het hoe vaak ook wel, maar het waarom weten we niet.

Maar je hoort nooit de vraag: ‘Waarom lesgeven aan een groep kinderen?’
Omdat we voor dit vak hebben gekozen, voelt de vraag retorisch. En dat is hij wat mij betreft ook.

Een van de genoemde oorzaken van werkdruk (met in het verlengde hiervan gebrek aan zingeving) is de overdaad aan extra activiteiten die we in een jaar ondernemen met de school. Ik heb ze weleens op een rijtje gezet en schrok ervan. Het is veel meer dan je denkt maar omdat het nogal uitgesmeerd is, lijkt het weinig.
Bij al deze activiteiten blijft de waarom-vraag vaak onbeantwoord. Vaak is deze vraag zelfs nooit gesteld. Soms komt men niet verder dan ‘We doen het al jaren zo’ of ‘Het is goed voor de public relations.’
Maar:
– Waarom ga je op schoolkamp?
– Waarom heb je een afscheidsavond met film, gala, disco, catering en lange toespraken?
– Waarom ga je met je volledige team naar een cursus mindful kleien?
– Waarom doe je oudergesprekken in de avond?
– Waarom een kerstlunch?

Beantwoord deze vragen eens voor jezelf. Wat mij betreft moet het antwoord de kinderen en hun ontwikkeling altijd rechtstreeks ten goede komen.
Let wel; ik zeg niet dat deze zaken op de helling moeten, maar sta eens stil bij de waarom-vraag. Als je een afdoend antwoord hebt is de activiteit prima. Kun je de vraag niet beantwoorden? Dan heb je dus te maken met een werkdruk verhogende activiteit. Die je jezelf ook nog eens aandoet. Of die we een ander ons laten aandoen.

Arbo geeft op de site vijf oorzaken van werkstress:
1. Onduidelijkheid over dat wat de leidinggevende vraagt
2. Onduidelijke en tegenstrijdige bedrijfsdoelen
3. Dat gaat extra werk opleveren en ik heb al zoveel te doen
4. Hoe lang blijven mijn baan en dit bedrijf nog bestaan?
5. Dit vraagt om andere talenten, vaardigheden, kennis en competenties

Ik denk dat in het onderwijs vooral de nummers 3 en 5 van toepassing zijn. Hoewel 1 en 2 ook voor jouw situatie kunnen gelden.

Ad 3. We worden overstelpt met werk en er lijkt alleen maar bij te komen. Dat klopt. Maar daar zijn we zelf bij. Als je bijvoorbeeld de handreiking ‘Ruimte in Regels’ van het ministerie doorneemt, zul je zien dat een heleboel zaken die je doet niet moeten. Bestudeer deze brochure eens met je team, maak aantekeningen en ga met je directie in overleg. Je zult echt zelf initiatief moeten nemen. En met deze handreiking kom je verder dan alleen mopperen. Je moppert dan met onderbouwing.

Ad 5. Ik ontkom er niet aan om ook hier naar Passend Onderwijs te wijzen. We modderen aan, maar durven niet toe te geven dat we het – onder de gegeven omstandigheden – niet kunnen. Want we moeten toch het beste willen voor alle kinderen. We willen allemaal zo graag. Maar de huidige eisen zijn onredelijk. We krijgen een heleboel problematiek de school binnen waar we niet voor toegerust zijn. En de nascholingen op dit gebied zijn doorgaans kwalitatief niet sterk. Hoe we het echt moeten vormgeven, weten we nog steeds niet. En wellicht is daar zelfs geen antwoord op. Er zijn mensen die meer gespecialiseerd zijn in het werken met bepaalde problematieken. Een huisarts laat je ook geen longoperatie uitvoeren. Ik zie ons als die huisarts.
Op de waarom-vraag bij Passend Onderwijs zal men antwoorden: ‘We willen dat (bijna) alle kinderen de kans krijgen zich te ontwikkelen op een reguliere school.’ Een nobel streven. Wie wil dat niet?
Maar met de middelen die ons nu ter beschikking staan is dit onmogelijk. Onder deze voorwaarden kunnen we het niet. Laten we dat eens hardop zeggen. Van dit gemodder wordt niemand beter. Integendeel. En omdat het waarom, het hoe en het wat hier alle drie onduidelijk zijn, spreken we van een grote oorzaak van werkstress.

Werkstress. Passend onderwijs is een gegeven. Maar wat kunnen we zelf doen? De sleutel ligt bij de waarom-vraag. Stel die vraag eens bij zaken die je doet. En handel dan aan de hand van je antwoord.
Mijn moeder had achteraf misschien wel gelijk. Maak zelf maar eens zin. Dat mokkend in de kamer zitten leverde mij niets op. Ze moest eens weten.

Door: Bertus Meijer Onderwijsenzo

Gepubliceerd op 20-7-2022.

   

Winkelwagen
Scroll naar boven