Bertus Meijer

Boring

Soms vraag ik aan mijn prepuber-klas wat ze van een les vonden. Meestal als ik vol in de organisatiestand ben gegaan en alle toeters en bellen heb laten klinken. Ik wil ook weleens een beetje bevestiging. Het gros is enthousiast, maar er zijn er altijd een paar die het ‘saai’ vonden. Soms zeggen ze zelfs, een beetje onderuitgezakt, ‘boring’.

Wat is dat toch met verveling en saaiheid?
Ik vraag me af of ik me als kind weleens verveelde. Het eerste dat bij mij opkomt zijn zondagen. Mijn kerkelijk betrokken vriendjes mochten niet spelen, de winkels waren gesloten en het leek altijd regenachtig te zijn. Mijn moeder vond dat ik maar ‘zin moest maken’. Dat deed ik dan maar.

Ik denk dat we vijf oorzaken van verveling kennen.

1. Verveling omdat de uitdaging ontbreekt (ik wil mijn best moeten doen)
Disclaimer: Dit blog gaat met nadruk niet over meer- en hoogbegaafde kinderen. Die hebben een geheel andere manier van benaderen nodig. Een aanpak met erkenning van hun hoogbegaafdheid en uitdagingen op niveau.

2. Verveling omdat de nieuwsgierigheid ontbreekt (ik wil meer hierover willen weten)
De 19e-eeuwse Duitse filosoof Arthur Schopenhauer ziet in nieuwsgierigheid de weg uit verveling. Antropoloog Linton gaat verder door te stellen dat verveling het startpunt van iedere culturele vooruitgang is.¹ Loewenstein stelt zelfs dat we verveling nodig hebben omdat het een sein is dat we onze hersens weer aan het werk moeten zetten. In die zin is verveling en saaie landerigheid zo slecht nog niet.
Nieuwsgierigheid vindt zijn bodem in al aanwezige kennis. Zonder voorkennis is het lastig om nieuwsgierig te zijn. Ik lees uit nieuwsgierigheid een artikel over de ontdekking van bakeliet. Dat had ik niet gedaan als ik deze stof niet al kende, er niet al iets vanaf wist of geen voorkennis had. Juist daardoor ben ik benieuwd naar de ontstaansgeschiedenis, anders had ik alleen de kop van het artikel gelezen en was verder gegaan. Het is onze taak als leraar om die nieuwsgierigmakende voorkennis aan te bieden en daarop voort te borduren.

3. Schijnbare verveling omdat de stof niet opgepikt wordt (ik wil het begrijpen)
Soms moet je bij het woord ‘saai’ verder kijken en iets checken. Soms zegt een kind dat de rekenles of taalles saai was. Zo’n les die eigenlijk gewoon maar een les was. Controleer dan even of ze de lesstof hebben opgepikt. Zit het wel goed met de voorkennis?
Kinderen hebben namelijk de neiging om iets saai te noemen als ze het eigenlijk nog niet snappen of te moeilijk vinden. Hun woorden schieten tekort. Eigenlijk zeggen ze dan ‘Ik wil iets …’. Ze willen de stof begrijpen. De echte oorzaak achterhalen vereist goede observatie.

4. Om lastige situaties te ontwijken (ik wil overleven)
Kinderen zeggen soms dat ze iets saai of vervelend vinden terwijl de eigenlijke boodschap is dat ze de situatie onprettig, bedreigend of naar vinden. Omgaan met lastige situaties krijg je niet cadeau. Dat moet je leren, met vallen en opstaan. Mijn hordenmoeder deed dat op haar manier.² Ze liet me liefdevol zelf de hindernis nemen, in een veilige setting. Gun kinderen die setting van een veilig vangnet. Een vangnet vangt je op als je iets doet dat je anders vermeden zou hebben.

5. Gewoon puberale landerigheid (ik wil iets willen)
Als de vier bovenste oorzaken niet gelden kan het zijn dat we gewoon met herkenbaar en verklaarbaar pubergedrag te maken hebben. Groepsdruk speelt daarbij ook nog eens een rol. Dus sluit eerst andere factoren uit alvorens ervan uit te gaan dat het om vervelen om het vervelen gaat.

Wat is verveling eigenlijk?
Ik ben op internet aan het zoeken gegaan en kom vooral bergen tips tegen om verveling te verdrijven. Het is blijkbaar erg onwenselijk om je te vervelen. Het moet verdreven worden. Weg … ver weg. En daar is een interventie voor nodig.

‘Verveling is het verlangen naar verlangens’, schreef Tolstoj al ergens in Anna Karenina.
Mensen en dus ook kinderen zijn voortdurend op zoek naar prikkels. Als die ontbreken wordt dat al snel vertaald als ‘Ik verveel me’ of ‘ik vind het saai’. De goede woorden ontbreken. Eigenlijk zeggen ze dus: ‘Ik wil iets willen.’
In het onderwijs hebben we de neiging de trukendoos open te trekken en kinderen te overladen met schermpjes, praatlessen, gezamenlijke opdrachten, knutseldingetjes en andere interactieve zaken. Dat er overigens ook kinderen zijn die hier totaal niet in gedijen vergeten we voor het gemak. Stilte is soms goed. Stilte voor de oren, maar ook stilte voor de ogen.³

We vinden allemaal dat creativiteit belangrijk is. Verveling is een goed middel om je creativiteit aan te boren. Pedagoog Marit Langedijk zegt: ‘We leven op de agenda. Dat is aan de ene kant mooi, omdat we onszelf en onze kinderen veel ervaringen bieden. Aan de andere kant betekent het ook dat kinderen weinig zijn aangewezen op inventiviteit. Hun creativiteit wordt minder aangesproken wanneer het weekend of de vakantie vol zit met geplande activiteiten.’
‘Je máákt maar zin,’ zei mijn moeder zoals eerder gezegd. Daarmee was de kous af. Ze was druk met op de hand wassen, koken op een tweepitter en het schrobben van de traploper. Zin maken … dat deed ik dan maar. Ik vermaakte me op die landerige zondagen met de knopendoos, ontdekte dat de kat wil krabbelen als ze op haar rug ligt, kwam tot de ontdekking dat er kriebelzaadjes in rozenbottels zitten. Zo bouwde ik mijn dierbaarste herinneringen op; herinneringen die ik zonder mijn verveling niet had opgedaan.
Het is mijn heilige overtuiging dat kinderen sindsdien niet veel veranderd zijn. Wij wel. Daar waar mijn moeder lak had aan mijn landerigheid, moet die nu vermeden worden. Mijn moeder had geen tijd om zich druk te maken hierover en zeker niet om zich ongemakkelijk te voelen. Ze liet mij het zelf oplossen … en dat deed ze verdraaid goed.

Maar nu de puberale verveling. Misschien moeten we kinderen op school ook af en toe juist de kans geven zich te vervelen en dingen saai te vinden. De schooldagen zijn van minuut tot minuut volgepland. Kinderen mogen bij mij weleens een kwartiertje iets ‘voor zichzelf doen’. Het is leuk en zinvol om te observeren wat er gebeurt. Sommigen weten meteen wat ze moeten doen en pakken een boek, gaan tekenen of een spelletje doen. Anderen hebben anderen nodig en gaan samen spelen of iets anders doen.
Er zijn er altijd een paar die lanterfanterig gaan zoeken naar iets. Ze pakken wat en leggen het weer neer, ze lopen wat rond en kijken bij de anderen, ze lezen wat en leggen het boek opzij. De anderen klagen vaak dat ze vervelend doen. In het woord ‘vervelend’ zit het woord vervelen. Na verloop van tijd komen ze altijd tot een activiteit. Soms nadat ze bij mij hebben geklaagd dat ze niks weten. Ik help hen dan niet. Een soort van geplande verveling in tegenstelling tot de saaiheid uit de eerste alinea’s. Laat maar … plan niet … er komt altijd iets creatiefs uit.
Ik schreef in het begin dat mijn moeder zei dat ik zin moest maken. Dat deed ik dan maar. Ik zocht zelf mijn uitdaging op. Dat deed ze goed … onbedoeld.

Dus. Als kinderen zeggen dat iets saai is, zeggen ze altijd ‘Ik wil iets …’. Dat kan verschillende oorzaken hebben; te weinig uitdaging (denk aan hoog- en meerbegaafden), te veel uitdaging (de stof is nog te moeilijk of de uitleg hapert), een onprettige situatie (ik wil dat de situatie verandert), de nieuwsgierigheid moet weer aangewakkerd worden (en de beste manier is aanhaken op voorkennis) of er is gewoon sprake van landerigheid. De eerste vier doen een beroep op ons vakmanschap.
De laatste is niet erg, daar moeten we ons niet ongemakkelijk over voelen. Laat gewoon af en toe maar eens gebeuren. Maar alleen als we zeker weten dat de eerste vier oorzaken niet opgaan.


¹ http://nautil.us/issue/33/attraction/curiosity-depends-on-what-you-already-know
² https://debasismeester.blogspot.com/2019/03/022-mijn-moeder-was-een-hordenmoeder.html
³ https://www.beteronderwijsnederland.nl/forum/stilte-in-de-school/
https://www.rtlnieuws.nl/magazine/artikel/514221/kinderen-hebben-vakantie-laat-ze-zich-lekker-vervelen

Door: Bertus Meijer
Gepubliceerd op 23 oktober 2024

Winkelwagen
Scroll naar boven