We zitten in de grote vergaderruimte van de school en bereiden onze presentatie voor. Mijn collega Liz en ik hebben de titel: Beeldcoaching. Met andere ogen kijken naar onderwijs. De rest hebben we nog niet. Over een maand moet het af zijn. Het is de eerste keer dat Liz en ik een presentatie over beeldcoaching voorbereiden. We kregen een tip van de directeur: ‘Maak kleine briefjes, schrijf er in het kort op wat je wilt zeggen. Dat helpt mij altijd goed.’
De briefjes liggen onbeschreven op de tafel. De opengeklapte laptops zoemen zacht en staan werkeloos op de glimmend gelakte tafel. Verstoken van inspiratie eten we onze lunch. De titel is goed, daar zijn we het over eens. En dan?
We besluiten om beelden te zoeken bij onze woorden. De beelden zijn altijd het uitgangspunt in onze coaching, dus waarom nu niet? We hebben beiden genoeg beelden verzameld. Maar wat willen we laten zien?
Liz laat beelden zien van een gestructureerde kleine onderwijssetting binnen de vso-afdeling van onze school. Maximaal zeven leerlingen zitten er in deze groep. Het accent ligt op sociaal-emotionele ontwikkeling. De groep wordt begeleid door een leerkracht en twee onderwijsassistenten. Om de samenwerking goed op elkaar af te stemmen, coacht Liz hen. Ze heeft de coachingsgesprekken gefilmd.
Uit de beelden blijkt dat de leerkracht en onderwijsassistenten samen zoeken naar wat werkt en hoe ze dat kunnen gebruiken op momenten dat het minder goed gaat in hun klas.
Liz zet het beeld stil. ‘Kijk, ze bekijken nu de beelden waarin een van de leerlingen naar de time-out moet. Luister goed wat ze zeggen.’ Ik kijk met haar mee. De leerkracht en onderwijsassistenten geven elkaar complimenten. ‘Je blijft mooi rustig.’ ‘Je zet goed door.’ ‘Je hebt een goede neutrale houding.’ ‘Je neemt hier de tijd.’ Maar ook: ‘Ik laat mij hier van mijn stuk brengen door zijn intimiderende gedrag. Hoe kan ik dat voorkomen?’ of ‘Ik ben hier niet kalm, dat voelt niet goed.’ Ze zijn het erover eens dat de klassenroutine altijd door moet gaan en niet stopt als er een conflict met een van de leerlingen moet worden opgelost. ‘Kijk wat er gebeurt als de les gewoon doorgaat,’ zegt de leerkracht. ‘De anderen kijken niet eens naar de leerling die problemen maakt. Ze blijven opletten.’
De kop is eraf. Liz schrijft haar eerste briefje vol. Er staat: ‘Beeldcoaching gaat uit van wat goed gaat. Tijdens de intervisiebijeenkomsten geven professionals elkaar advies op het gebied van interactie, didactiek en klassenmanagement.’
Nu is het mijn beurt. Ik zoek naar de beelden van Gijs. Gijs zit in groep 5 van de basisschool. Vanaf zijn eerste schooldag valt zijn grote onrust op. De kleutertijd komt hij zonder al te veel kleerscheuren door. Hij is een drukke kleuter, maar hij is niet de enige. In groep 3 wordt zijn onrust wel een probleem. Zitten aan een tafeltje is niet aan hem besteed. Gijs let niet goed op en weet vaak niet wat hij moet doen. Hij mist instructie. Hij kan zich maar kort concentreren. Hij staat vooral aan zijn tafel, zitten lukt nauwelijks. Hij kijkt naar zijn werk, maar niet naar zijn juf. In een van de gefilmde coachingsgesprekken met Gijs vertelt hij zelf zijn oplossing. Hij zit achteraan maar hij wil vooraan zitten, vlakbij de juf. ‘Ik kan dan alleen maar naar het bord kijken. En naar de juf. Dan let ik goed op.’ Hij denkt dat dat zitten dan ook wel lukt.
Ik schrijf mijn eerste briefje vol. Ik start met een quote van Steve de Shazer: ‘Where you stand determines what you see and what you do not see; it determines also the angle you see it from; a change in where you stand changes everything.’
Liz start haar tweede briefje met een quote van Fred Korthagen. ‘De sleutel tot onderwijsverbetering: coachen op kwaliteiten en talenten.‘
We komen in een flow. We laten elkaar beelden zien, vertellen erbij. We schrijven alle briefjes vol. Op een van de briefjes komt te staan: ‘Bij beeldcoaching gaat het om het professionaliseren van de leerkracht.’ Op een andere staat: ‘Tijdens het lesgeven leert de leraar zich bewust te worden van het eigen denken en dat van de leerling.’
De basis is er. We schrijven een inleiding en een hand-out en formuleren de kern van onze presentatie. Als we klaar zijn, sluiten we tevreden onze laptops.
Uitgerekend op de dag van de presentatie sta ik muurvast in het verkeer. Gehaast en gespannen kom ik te laat in de vergaderzaal. Liz hangt mijn jas op en geeft mij een kop koffie. Ik pak mijn tas uit. De briefjes leg ik tussen ons in, de usbstick doe ik in de laptop.
‘Zullen we?’ fluistert Liz. Ik knik.
De dames en heren directeuren worden stil en kijken naar het grote scherm. Liz start de presentatie, ik volg. De briefjes blijven onaangeroerd liggen. De woorden en beelden stromen. Aan het eind van de presentatie vat Liz nog een keer de kern samen: ‘Bij beeldcoaching gaat het om de dialoog over het beeld. Het gaat niet om het vinden van het goede antwoord, maar om het onderzoeken van mogelijkheden.’
Gepubliceerd 16 januari 2017
Bekijk hier het complete blogoverzicht