Esther de Graaff

Een prikje

Een envelop van de GGD valt op de mat. Stress! Tom wordt opgeroepen om een meningokokkenvaccinatie te komen halen. Binnenkort zal een groot deel van de (ongeveer) veertienjarigen uit onze stad zich voor deze vaccinatie verzamelen in een gymzaal. Omdat tussen 2015 en 2018 de meningokokkenziekte (door type W meningokokken) sterk toenam, wordt deze bescherming nu standaard aangeboden aan tieners. Door de vaccinatie kun je zelf niet meer ziek worden én anderen niet meer besmetten. Deze bescherming is belangrijk voor Tom en zijn omgeving. Hij is veel aanwezig in groepen kinderen die niet allemaal even hygiënisch zijn. Hijzelf wellicht nog het minst.

Sinds de oproep gieren de zenuwen regelmatig door mijn keel. We hebben deze situatie al eerder meegemaakt met de vaccinatie voor negenjarigen, die Tom uiteindelijk nooit heeft gehad. We wisten niet hoe het moest. Niemand wist het. Dat mag nu niet gebeuren. Er moet een oplossing zijn. Ik speel met de gedachte om de vaccinatie zelf te geven. Ik ben tenslotte verpleegkundige. Ik heb de handeling vaak uitgevoerd, al is het lang geleden. De gedachte dat ik niet degene zou moeten zijn die hem dit aandoet, heeft me er altijd van weerhouden, maar het lukt me niet om een beter alternatief te bedenken.

Omdat ik Tom af moet melden voor de massaoproep bel ik met een GGD-medewerker en leg de situatie uit. Ik geef aan dat ik mijn zoon, vanwege zijn autisme en verstandelijke beperking, niet mee kan nemen naar de gymzaal. Ook zie ik weinig heil in het maken van een aparte afspraak speciaal voor hem. Ik vertel dat ik Tom niet eens een onbekend gebouw in krijg, behalve als het lijkt op de Jumbo of de Action.

Hij zal pertinent weigeren mee naar binnen te gaan, om nog maar niet te spreken over het ontbloten van zijn bovenarm of het krijgen van een prik.

‘We zijn wel wat gewend hoor,’ krijg ik uiteraard te horen. Ik wil het uitleggen. Ik wil niet dat deze vrouw denkt dat ik een overbezorgde moeder ben die overdrijft. Ik vertel haar ter illustratie dat Tom voor zijn tandartscontrole onder volledige narcose moet. Dat het geven van een injectie een gevecht zal zijn waar meerdere volwassenen bij nodig zijn, en het misschien zelfs dan niet lukt. Ik leg uit dat de kans groot is dat dit voor hem een traumatische ervaring wordt die nog lang doorwerkt. Het blijft stil. Ik vraag of ik de vaccinatie misschien mag ophalen en zelf mag toedienen, maar dat blijkt onmogelijk. Deze dient te worden gegeven door iemand van de GGD, wordt me gezegd.

Ik overleg met de huisarts, die goed zicht heeft op onze thuissituatie en Toms gedrag. Hij overlegt ook met de GGD, maar ze blijven bij hun punt: de vaccinatie wordt niet uit handen gegeven. Er kan in deze uitzonderlijke situatie wel iemand bij ons thuis komen om de vaccinatie toe te dienen. Ik pieker. Wat doet Tom als er een onbekende binnenkomt? Dan is hij alert, nerveus en wil hij meestal snel naar boven. Dat wordt geen succes.

De huisarts noemt mijn idee – zelf vaccineren op een zorgvuldig gekozen moment – de meest reële optie. Fijn om daarin gesteund te worden. Helaas kan ik ook via de huisarts de vaccinatie niet krijgen, maar zal ik die moeten kopen. Het zij zo. De huisarts schrijft een recept en een paar dagen later betaal ik 63 euro bij de apotheek. Dit bedrag wordt helaas niet vergoed door de verzekering, maar het belangrijkste is dat Tom de vaccinatie krijgt.

Mijn plan om Tom te prikken als hij slaapt, laat ik al snel varen. Te donker. Te onvoorspelbaar. Te akelig. Ingewikkeld is ook dat de vaccinatie van tevoren moet worden klaargemaakt. Vloeistof bij het poeder gieten, schudden, optrekken, injectienaald erop en meteen toedienen.

De twijfels slaan weer toe. Zullen we toch maar wachten op de eerstvolgende narcose? Ongetwijfeld is die ooit weer eens nodig om Toms gebit goed te laten checken. Maar hij heeft geen klachten en laat zijn gebit meestal goed poetsen. Dus wie weet hoelang het nog duurt voor dat nodig is. Wat ik natuurlijk ook hoop, want een narcose is niet niks.

Ik blijf onrustig. Ik kan bijna nergens anders meer aan denken. Het moet gebeuren. Maar wanneer? Wat is nou de ideale situatie? Niet vlak voor een logeerweekend. Niet als Tom al erg onrustig is. Niet vlak voor het slapengaan.

Op een maandag – mijn man is net uit z’n werk en Tom heeft een ontspannen middag gehad – heb ik het gevoel dat het moet gebeuren. Ik heb Tom zijn sweater alvast laten vervangen door een T-shirt, zodat zijn arm bloot is. Gelukkig lijkt hij dat totaal niet raar te vinden.

‘We doen het, oké?’
‘We doen het.’

Met licht trillende handen maak ik de vaccinatie klaar. In het verleden heb ik dit vaak gedaan, maar nu voelt het heel anders. Wat een spanning.

Mijn man vraagt Tom bij hem op de bank te komen zitten. ‘Hé kanjer, hoe was het op school? … Kijk eens, papa heeft hier een leuk filmpje.’

Hij is zo rustig, fijn is dat. Tom vindt het reuzegezellig.

Ik voel me gemeen. Ik adem diep in, doe een schietgebedje en ga aan de andere kant van Tom zitten. De injectiespuit achter me op de leuning. Mijn man geeft Tom een knuffel en pakt zijn arm stevig beet, als een spelletje. In een snelle beweging prik ik in Toms bovenarm en spuit de vloeistof in. Het gaat goed. Hij is overdonderd, geeft een harde gil en springt op. Ik zeg: ‘Het prikje is klaar, goed zo! Wil jij een lekker ijsje?’ Dat wil hij, en een paar minuten later zit hij vrolijk een ijsje te eten. Niks aan de hand.

Wat een opluchting.

Nee, ideaal is het niet. Ik ben Toms moeder en ik zou zoiets niet moeten doen. Wat hebben we hier veel over nagedacht en gepraat, en voors en tegens afgewogen. Wat levert het een spanning op als je kind iets nodig heeft voor zijn gezondheid en dit tegelijkertijd zo’n ingrijpende ervaring voor hem is. Wat een spagaat. Ik weet dat er mensen zijn die dit niet begrijpen en zich er niets bij voor kunnen stellen.

We hebben naderhand niets bijzonders aan hem gemerkt. Hij is nu niet extra op zijn hoede of bozig of verdrietig. Hij is gewoon Tom. Lieve Tom. Bijzondere Tom. Voor wie we zo goed mogelijk willen zorgen.

 

 

Gepubliceerd 12 maart 2020

 

Bekijk ook:

      

           

 

Winkelwagen
Scroll naar boven