Gelukkig horen en lezen we steeds meer over het belang van het hebben van achtergrondkennis en kennis van woorden om de wereld om ons heen beter te begrijpen. Dit najaar verscheen bijvoorbeeld het boek Wetenswaardig van Erik Meester, een van Nederlands eerste publicaties waarin de rol van kennis én een heldere opbouw hiervan in het basisonderwijs nadrukkelijk wordt benoemd. In ons onderwijs is dit aspect vrij lang onderbelicht gebleven. Terwijl we weten dat voorkennis over een bepaald onderwerp in grote mate bepalend is voor bijvoorbeeld het begrijpen van een tekst (Hirsch, 2020; Willingham, 2021).
Een leerling die zelden de wijk waarin hij woont verlaat, heeft een beperkter beeld van de wereld dan een leerling die wel de wijde wereld intrekt. Daarmee is de eerstgenoemde leerling niet per definitie minder slim, maar hij zal mogelijk wel meer moeite hebben om teksten op school te begrijpen, verbanden te leggen en heeft waarschijnlijk geregeld te maken met een werkgeheugen dat overuren draait. Dat komt omdat voorkennis helpt bij het begrijpen van teksten: wanneer je al iets weet, kun je makkelijker een relatie leggen met de nieuwe informatie (Willingham, 2021). Bovendien helpt voorkennis, die is opgeslagen in het langetermijngeheugen, ervoor te zorgen dat het werkgeheugen niet overbelast raakt. Wanneer álle informatie in een tekst nieuw is en je bovendien veel woorden niet kent, bestaat het risico op een ‘cognitieve overload’: dat beperkt de lezer enorm in het kunnen begrijpen van de informatie uit zo’n tekst (Meester, 2021; Willingham, 2021). Voorkennis werkt dus als het ware ondersteunend én ontlastend.
Een voorbeeld van het hebben van veel voorkennis en de voordelen hiervan, maakte ik onlangs mee. Een schooldirecteur die ik vrij goed ken heeft een dochter die op dit moment in het laatste jaar van de middelbare school zit. Ze wil graag het onderwijs in en hoopt na haar examen naar de pabo te gaan. Haar profielwerkstuk wil zij dan ook richten op het leren lezen en de problemen die er op dit gebied zijn. Het fragment van Zondag met Lubach (2020) over begrijpend lezen had haar aan het denken gezet, en met een moeder met een groot hart voor goed onderwijs en haar eigen bestaande wens om leraar te worden, was het onderwerp dat ze wilde onderzoeken dan ook snel bepaald. Deze scholier, laten we haar Kim noemen, kreeg mijn boek in handen en stuurde mij een bericht met de vraag of ik misschien tijd had voor een interview. Dat zou onderdeel uitmaken van het onderzoek naar leesproblemen op school. Ik, enthousiast over het feit dat een scholier al zo bevlogen met basisonderwijs bezig is én vanwege het feit dat ik geregeld mooie onderwijsgesprekken met haar moeder voer, wilde daar wel aan meewerken.
Op een dinsdagavond was het zover. Online ontmoetten we elkaar. Ik kan je vertellen dat ik een uur later op aangename wijze compleet verrast was door de vragen die ik op mij afgevuurd kreeg. Nu denk je misschien: wat heeft het profielwerkstuk van Kim nu te maken met de rol van achtergrondkennis? Het antwoord daarop is: alles. Ik zal het je uitleggen.
Kim was zeer goed ingelezen; dat bleek uit de opzet van haar vragen. Zo vroeg ze mij of ik enig idee had wat de oorzaak zou kunnen zijn van de dalende leesresultaten van 15-jarigen, gezien ze dat uit PISA-onderzoek had vernomen. Ook vroeg ze me naar de relatie tussen leesmotivatie en leesvaardigheid, omdat ze had gelezen dat Nederlandse leerlingen over het algemeen niet erg gemotiveerd zijn om een boek te pakken. Verder ging ze in op didactische lesaspecten: wat maakt een les bijvoorbeeld effectief? En hoe komt het dat dit vaak nog niet goed gaat in de praktijk, vroeg Kim mij. Ook vroeg ze: ‘Waarom werkt convergent differentiëren? Want daarover schrijf je in je boek’. En tot slot: ‘Aan welke interventies voor risicolezers moet ik denken, wat is effectief?’ Het voelde alsof ik een gesprek voerde met een student die al volop bezig is met haar studie, die op weg is naar het worden van een expert, in plaats van dat zij een beginner was. Dat voelde zo, omdat Kim over veel voorkennis beschikte.
Zo bleek ze vol motivatie de PISA-resultaten bekeken te hebben, het boek over technisch lezen en een fragment uit Nieuwsuur (2019) met dr. Kees Vernooy. Ze heeft het interview met mij niet gebruikt als eerste bron om iets te weten te komen over leesonderwijs, maar zich ingelezen en geleerd van literatuur. Ofwel: ze heeft voorkennis opgedaan. Dat maakt dat ze compleet andere vragen aan mij stelde dan ze waarschijnlijk zou hebben gedaan wanneer ze meer ‘blanco’ was rondom dit onderwerp, ofwel een beginner. Dan had ze misschien gevraagd wat technisch lezen precies is. En wat het verschil is met begrijpend lezen. En hoe dat in Nederland dan gaat. Maar dit alles wist ze al, waardoor ze begon over oorzaak- en gevolgrelaties en over convergente differentiatie. En zo kwam het dat ze mij vroeg naar mijn opinie over een punt dat onderwijscollega Kees Vernooy in een nieuwsuitzending aanhaalde.
Je zult begrijpen: ik genoot van het interview. Want waar ik haar uitlegde dat de dalende leesresultaten wellicht ook te maken hebben met een curriculum waarin de rol van kennis te lang onderbelicht is gebleven en we te veel enkel op leesstrategieën hebben ingezet in Nederland, besefte ik op exact datzelfde moment dat nu precies die rol van voorkennis maakte dat Kim goede vragen stelde en dat zij tot heel andere inzichten kwam dan wanneer ze er blanco in was gestapt. Dat gegeven koppelde ik zelf weer aan wat ik onlangs heb gelezen over de verschillen tussen een beginner en expert in onder andere het nieuwste boek van een geweldig leermeester: Daniel Willingham.
Natuurlijk heeft Kim een aantal zaken in haar rugzak zitten die maken dat ze zich zo goed kon voorbereiden: ze heeft goed leren lezen op de basisschool en ze beschikt over veel woordkennis en een stevige kennisbasis. Daarbij is ze opgegroeid in een gezin waar onderwijs geregeld het gesprek van de dag is. Daardoor krijg je onbewust meer mee over wat er speelt op dit gebied dan in een gezin waar het over andere onderwerpen gaat. De kennis waarover Kim beschikt, zal zich verder uitbreiden: nieuwe informatie kleeft aan de al bestaande voorkennis. Zoals Erik Meester dat vaak zo mooi schetst: kennis werkt als klittenband (Meester & Bosman, 2019). En dat is precies wat er bij Kim gebeurt. Wat zij bestudeert vergroot haar kennis over dit onderwerp.
We gunnen alle leerlingen een Kim-ervaring: het kunnen voortborduren op basiskennis en gedurende de schoolperiode nieuwe dingen leren, bestuderen en zo de kennisgebieden uitbreiden. Op dit moment is het zo dat de plek waar je wieg staat, bepalend is voor kansen. Daarnaast zijn de kwaliteitsverschillen tussen scholen groot: het maakt veel uit op welke school je onderwijs volgt. Verschillen tussen leerlingen zullen er altijd zijn, maar het (basis)onderwijs zou wel bij uitstek de plek moeten zijn waar leerlingen vanuit hoge verwachtingen veel leren. De basisschool kan het verschil maken. Of beter gezegd, de verschillen die in de wieg ontstaan, verkleinen. Er zijn genoeg scholen die dit bewijzen, ook in wijken waar leerlingen misschien minder geluk hebben gehad met de plek van hun wieg. Verschillen kunnen niet worden voorkomen en dat maakt het realiseren van gelijke kansen lastig, maar hoopgevend is het feit dat onderwijs wel kan zorgen voor een eerlijke kans voor elke leerling. Daarvoor zijn wel kwalitatief goede lessen nodig, waarbij kennisoverdracht weer centraal komt te staan. Scholen doen dit nog te weinig, terwijl voorbeelden duidelijk laten zien hoezeer je dan het verschil kunt maken.
Kim stuurde mij onlangs de definitieve versie van haar profielwerkstuk. Ze was er trots op, en terecht. Hopelijk kunnen we er in het onderwijs met elkaar voor zorgen dat elke leerling, ongeacht waar hij of zij geboren is, goed en rijk onderwijs ontvangt en dromen kan najagen. Om misschien wel, net als Kim, in de toekomst veel leerlingen te mogen leren lezen.
Door Marita Eskes
Gepubliceerd op 30 mei 2022.
Literatuur
De Avondshow met Arjen Lubach | VPRO. (2020, 27 september). Begrijpend lezen | Zondag met Lubach [Video]. YouTube. Verkregen op 8 maart 2022, van https://www.youtube.com/watch?v=lelWCw3GmSo
Eskes, M. (2020). Technisch lezen in een doorlopende lijn: een praktisch handboek voor de basisschool. Pica.
Eskes, M. (2020). Samen werken aan betere lessen. Gevonden op 1 maart 2022, van https://tinyurl.com/38uejjfd.
Gubbels, J., Van Langen, A.M.L., Maassen, N.A.M. & Meelissen, M.R.M. (2019). Resultaten PISA-2018 in vogelvlucht. Universiteit Twente.
Hirsch, E.D. (2020).How to Educate a Citizen: The Power of Shared Knowledge to Unify a Nation. Harper Collins.
Kuiper, R. (2020, 27 november). Goed onderwijs zet juist niet het kind centraal, maar de leraar. Volkskrant. https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/goed-onderwijs-zet-juist-niet-het-kind-centraal-maar-de-leraar~bf71a121/.
Meester, E. & Bosman, A. (2019). Kennis van de wereld is zijn opstapje. Verkregen op 6 november 2021, van https://didactiefonline.nl/artikel/kennis-van-de-wereld-is-zijn-opstapje.
Meester, E. (2021). Wetenswaardig. Pica.
Nieuwsuur. (2019, 11 juni). Taalachterstand voor het leven: groeiende groep jongeren verlaat school laaggeletterd. NOS. Verkregen op dinsdag 8 maart, van https://tinyurl.com/nieuwsuurtaalachterstand
Willingham, D.T. (2021). Why don’t students like school? Second edition. Jossey-Bass.