Bas Schepers

Het ambacht onder de loep

Ik heb sinds een paar weken kramp in mijn handen. Hoe dat komt? Ik leer gitaar spelen. Elke vrijdagmiddag fiets ik, met een geleende gitaar op mijn rug, naar mijn gitaarleraar Marcel. Na een kop thee geeft hij instructies over de positie van mijn handen, vraagt mij de huiswerkopdracht van afgelopen week voor te doen en oefent met mij nieuwe akkoorden. Hij is duidelijk; kramp is niet te voorkomen als je gitaar wilt leren spelen.

Mijn doel? Het nummer ‘Thinking out loud’ spelen zoals Ed Sheeran dat kan spelen. Dat vraagt dat ik eerst het instrument beheers en akkoorden oefen. Dit kost tijd, discipline en pijnlijke handen. Gitaar spelen is een ambacht.

Lezen is ook een ambacht.

Iedereen kan technisch leren lezen (uiteraard ervan uitgaande dat iemand geen beperkende omgevingsfactoren en/of een lichamelijke, neurologische of algemene verstandelijke beperking heeft). Daar hebben we immers scholen voor opgericht. Net als bij gitaar spelen, is dit een kwestie van veel oefenen en goede instructie. Als kind leren we eerst technisch lezen, zodat we er daarna plezier van hebben. We kunnen dan opgaan in een boek, onze eigen emoties een plek geven en er gaat een wereld aan prachtige verhalen voor ons open. Ook kunnen we op latere leeftijd de brieven van de Belastingdienst begrijpen. Taal is een belangrijk onderdeel van onze maatschappij.

Het is een gegeven dat het ene kind meer talent heeft voor technisch lezen dan het andere kind. Zo had ik op de basisschool Joost in mijn klas. Als hij een stukje moest voorlezen, hoefde je niet bang te zijn plotseling zelf aan de beurt te zijn. Dat duurde namelijk wel even.

Onze meesters en juffen gaven hem gerichte instructie en hij liep altijd met extra leesopdrachten naar huis. Door de jaren heen kreeg Joost vaker de beurt bij het voorlezen. Hij moest er hard voor werken.

Maar …

In groep 8 ging het voorlezen bij Joost in een normaal tempo. Hij had geen talent voor lezen, maar kreeg het ambacht wel onder de knie, met gerichte instructie en geduld van zijn leerkrachten. Joost had andere talenten; zo wist hij alles te vertellen over onze natuur – niet gek dat hij nu zijn eigen hoveniersbedrijf heeft.

Hij had geen talent voor lezen, maar kreeg het ambacht wel onder de knie, met gerichte instructie en geduld van zijn leerkrachten.

Tegenwoordig had Joost op de basisschool ook zomaar het etiket ‘dyslexie’ opgeplakt kunnen krijgen. Acht procent van de basisschoolleerlingen krijgt deze diagnose. Aan het einde van de middelbare school is dit zelfs vijftien procent van de leerlingen.

Dyslexie betekent letterlijk: niet kunnen lezen. Als je dit label opgeplakt krijgt, dan is er volgens de Stichting Dyslexie Nederland (SDN) het volgende aan de hand: je hebt een specifieke leerstoornis die zich kenmerkt door een hardnekkig probleem in het aanleren van accuraat en vlot lezen en/of spellen op woordniveau, dat niet het gevolg is van omgevingsfactoren en/of een lichamelijke, neurologische of algemene verstandelijke beperking.

Als je de definitie heel strikt interpreteert, dan wordt tegen deze kinderen verteld dat ze niet kunnen lezen en dat ze daar niks aan kunnen doen, want ze hebben een stoornis. Ik ben het daar níet mee eens.

Zo is er helemaal geen duidelijkheid over de oorzaak van de stoornis genaamd ‘dyslexie’. De definitie van SDN zegt dat er geen neurologische oorzaak aan ten grondslag ligt. Bij talloze onderzoeken zijn geen aantoonbare afwijkingen in de hersenen gevonden die de stoornis kunnen verklaren. Toch zijn er ook expertisecentra die verkondigen dat dyslexie wel een stoornis met een neurologische basis is. Dat staat toch haaks op elkaar?

Hoe komt de diagnose dan tot stand? Nou, een van de criteria is dat het kind in de onderste tien procent van zijn of haar klas hoort, wat het leren lezen betreft. Heel bijzonder, want ik ken geen stoornis die je ‘cadeau’ krijgt op basis van de vaardigheid van anderen. Lezen je klasgenoten snel en heb jij net wat minder talent? Kun je dus zomaar in het putje dyslexie vallen.

Heel bijzonder, want ik ken geen stoornis die je ‘cadeau’ krijgt op basis van de vaardigheid van anderen.

Even terug naar mijn gitaarles. Stel je voor: ik mag samen met Ed Sheeran optreden. Ik kan zijn gitaarspel niet bijhouden en wat ik produceer aan geluid klinkt in vergelijking met hem niet goed. Heb ik dan een stoornis of minder talent?

Is het ook niet bijzonder dat er bij 1 op de 5 basisscholen geen enkele diagnose dyslexie gesteld wordt? Ik lees nergens dat de plaats waar je woont een van de criteria is voor het vaststellen van dyslexie.

Laten we het ambacht leren lezen eens goed onder de loep nemen.

We durven niet tegen onze kinderen te zeggen dat ze minder talent voor lezen hebben. Een diagnose helpt dan. Het ligt niet aan jezelf, maar aan een stoornis. Uiteraard is er een medicijn voor. Dit medicijn, in de vorm van allerhande dyslexietrainingen en -hulpmiddelen, is een industrie die voor € 240 miljoen per jaar de stoornis aanpakt.

Moeten we niet eerlijk zijn? Wij evolueren niet zo snel mee als de ontwikkelingen in de maatschappij. Lezen is namelijk een cultureel proces en geen natuurlijke ontwikkeling. Er zijn kinderen die langzamer en moeilijker lezen dan andere kinderen. Zij hebben geen stoornis; zij hebben gewoon beter onderwijs nodig. Hoogleraar Anna Bosman heeft hier een duidelijke visie over. Laten we van leren lezen een ambacht maken en het niet naar het medische circuit trekken. Daar is niemand bij gebaat, behalve de industrie.

De kramp in mijn vingers is inmiddels wat minder geworden, maar op het podium met Ed Sheeran zal voor mij nog echt wel even duren.

Door: Bas Schepers

Gepubliceerd op 22 november 2021

   

Winkelwagen
Scroll naar boven