Als de lente komt, dan geef ik jou …
Bij ons op school is het antwoord hier niet ‘tulpen uit Amsterdam’. Lente op de basisschool betekent het thema lentekriebels. Hoe maak je van twee vogeltjes een hele vogelfamilie en hoe ga je om met gevoelens van grote affectie?
Sociale interactie wordt het hele schooljaar onderwezen, het is een oneindig proces van beschrijven, ervaren en verwoorden. Dat is bij lessen over de liefde niet anders. En hoe ouder de kinderen, hoe inhoudelijker de lessen.
Vorig jaar was er een hoop ophef over. Rechts-populistisch en christelijk Nederland gingen aan de haal met ons vak, met onze integriteit. De onwaarheden vlogen je om de oren. Ze leken honderd jaar terug in de tijd te willen, kinderen moesten weer onvoorgelicht door het leven. Niemand wil de moeite nemen de inhoud van de lessen eens te bekijken, het is vooral een kakofonie van roeptoeterende nauwe geesten. Zelfs privé kreeg ik berichten waarin ik opgeroepen werd onschuldige kindertjes niet te vergiftigen met verregaande voorlichting. Er worden expliciete onderwerpen aangehaald waar ík haast nog te jong voor ben.
Dat op (bijna) alle scholen leeftijdsadequate en feitelijk juiste stof wordt aangeboden, lijkt niet te deren. Iets anders aannemen als heilige waarheid is dan ook voor volwassenen blijkbaar heel makkelijk.
Ik ben vooral daardoor extra blij dat ik het niet hoef te geven, die seksuele voorlichting. Het hoort erbij en ik vind het oprecht belangrijk, maar het voorlichten van mijn eigen kinderen vond ik lastig zat. Deze lessen laat ik dus maar wat graag aan mijn groep 8-collega over; met oprechte bewondering hoor ik haar verhalen aan.
Ik verwachtte dat de ophef in 2024 zou uitblijven. Het heeft vorig jaar niets steekhoudends opgeleverd en ik had aangenomen dat het belang en de rede zouden zegevieren.
Stomverbaasd was ik dus ook toen ik, via een collega op een andere school binnen onze stichting, een folder onder ogen kreeg waarin dezelfde waanzin als vorig jaar verkondigd wordt. Hierin wordt gesteld dat kleuters geslachtsverminking en transgenderisme opgedrongen krijgen, dat pedofilie genormaliseerd wordt en dat kinderen worden aangemoedigd in groepsverband hun eigen lijf te ontdekken. Ik wou dat ik het verzonnen had.
Meer en meer voel ik de noodzaak om er toch aandacht aan te besteden in groep 8. Ik besluit mijn kans even af te wachten, het onderwerp leeft en dient zich vast vanzelf aan.
De groep 8 van mijn eerdergenoemde collega is elke donderdagmiddag mijn klas, zij is vrijgeroosterd om dan andere werkzaamheden uit te voeren. Ik geef dan in ieder geval mijn eigen Engelse les, zoals ik dat aan alle leerlingen vanaf groep 5 doe, en daarnaast nog een uurtje iets anders. Juf roept, ik draai. De veelzijdigheid van de OOP’er past me goed. Elke dag de hele dag met dezelfde groep een vast dagritme afwerken, ik twijfel of het wat voor mij is. En hoewel haast geen dag verloopt volgens de planning die ik met de collega’s maak, is deze donderdagmiddag wel behoorlijk constant.
Wij hebben nog heel ouderwets een lange middagpauze, van kwart over twaalf tot half twee. De kinderen eten thuis of bij de tussenschoolse opvang. Rond kwart over één ben ik in het lokaal, de leerlingen druppelen binnen. De meesten komen me even gedag zeggen, ik maak een kort praatje met hen over wat hen bezighoudt. Met de één is dat standaard een slappe mop in het Engels, met de ander een praatje over huisdieren. Ik ken hen en zij kennen mij. We hebben in de afgelopen periode een haast huiselijke sfeer met elkaar weten neer te zetten op de donderdag.
Het is een magisch kwartiertje, ik voel me een vlieg op de muur. Ze weten dat ik er ben, maar gaan met elkaar om alsof dat niet zo is. Vrij en onbevangen wordt er gekletst en gelachen met elkaar. Ik geniet, het is een fijne groep.
Terwijl ik de laatste voorbereidingen tref voor de middag, hoor ik achter in de klas een groepje giechelen. Ik spits mijn oren en vang flarden van een gesprek op. Even slaat de schrik om mijn hart; het gaat over masturbatie. Het is de week van de lentekriebels, realiseer ik me, en de lessen seksuele voorlichting zijn in deze groep sowieso volop aan de gang. Ik grijp niet in, maar luister wel mee.
Een aantal jongens geeft ontwapenend eerlijk toe ‘het’ wel eens solo te doen. Niet elke avond, maar gewoon… als de zin er is.
Rianne walgt van het idee, ze staat op het punt weg te lopen als Meike zegt ‘Dat kunnen wij ook, hè!’ Niet begrijpend kijkt Rianne terug. Nu ben ik geïntrigeerd, hoe gaat Meike dit uitleggen en wat gaat Rianne ervan vinden?
Meike steekt een vinger op en geeft daar een veelbetekenende blik bij. De vinger wiebelt haast oprecht verleidelijk heen en weer. Die komt aan bij Rianne, luid en duidelijk. Ze is een slimme meid, ik zie haar de vergaarde informatie in een fractie van een seconde verwerken.
Ze kijkt mij aan en tettert door de klas ‘Juf! Is dat waar?!’ ‘Ja, lieverd, dat klopt.’
‘Kun je dan zwanger worden?!’
En tegen alle protocollen en pedagogische adviezen in hoor ik mezelf zeggen ‘Ja, dan krijg je kleine vingertjes.’
Door: Gytha Funke
Gepubliceerd op 25 april 2024