Gytha Funke de Haan

OOP’er ben je ook voor ouders

Ze heeft haar armen om haar zoon geslagen, hij huilt maar is in ieder geval eventjes niet aan het gillen. Zij vecht tegen haar eigen tranen.

Ze zitten samen op het bankje rond de grote boom op ons plein.

Drie ochtenden in de week sta ik bij de deur waar groep 3, 4 en 5 de school binnenkomen. Ik zeg honderd keer een variatie op goedemorgen en plak de goede naam erachter, ik ken hen allemaal. Ook het binkie dat nu huilend tegen zijn moeder geplakt zit. Hij zit in groep 3, hij is nog zo jong en klein.
Tot bijna half negen laat ik hen rustig even gaan. Ik kijk naar nieuwe schoenen, jassen en hoor verhalen over logeerpartijtjes. Vragen van sommige kinderen of ik hun nog lesgeef vandaag beantwoord ik enthousiast. Ze hebben er zin in, ik ook.

Als iedereen binnen is, loop ik naar het bankje toe waar moeder en zoon zitten. Ze lijken in een tweepersoonslockdown te zitten, er gebeurt schijnbaar niets. Ik vertel dat ik zie dat het afscheid lastig is vandaag en vraag aan het binkie of hij weet hoe dat komt. Hij meldt dat hij zeer zeker niet naar school gaat vandaag en dat mama hem maar weer mee naar huis moet nemen.
Ik vertel over vorige week, toen ik bij hem in de klas was. Hij was jarig en mocht op tafel staan. ‘Wat heb je ook alweer gekregen?’ Door zijn tranen heen vertelt hij over zijn nieuwe fiets. Ik vraag hoe oud hij nou toch ook weer geworden is. Alsof ik het niet meer weet.
‘Zes,’ zegt hij trots. Ik val stil en zet mijn meest serieuze gezicht op. ‘Oh…,’ begin ik. ‘Dat is wel jammer, want als je zes bent, móet je naar school. Dat staat in de wet. Kom, je bent nog op tijd, we gaan gauw naar de klas. Geef mama nog een kus, ze komt je straks weer halen.’

Tussendoor gluur ik bij groep 3 naar binnen en tijdens de pauze zie ik hem buiten spelen.

Ik zie moeder opgelucht kijken, zoonlief accepteert mijn woorden. Hij geeft haar een kus en loopt met me mee. Ik breng hem naar de juf, draag even over en ga terug naar het plein.
Moeder zit te snikken. Ik vertel dat haar zoon rustig in de klas is gaan zitten en dat de les begonnen is, en beloof haar een oogje in het zeil te houden.
Mijn hart breekt een beetje voor haar. Niet al te lang geleden voelde ik me net zo. Mijn zoon begon kort na een heftige ziekenhuisopname op school en het loslaten viel me destijds heel zwaar. Na elke vakantie stond ik sowieso snikkend op het schoolplein. Net als deze moeder heb ik mijn kinderen graag bij me.

De ochtend vliegt voorbij. Ik begeleid een groepje zwakke lezers, geef taalles aan groep 4 en daarna een rekenles aan een groepje dat wat extra instructie nodig heeft. Verrijking aan een clubje uit groep 7 prop ik er ook nog in. Tussendoor gluur ik bij groep 3 naar binnen en tijdens de pauze zie ik hem buiten spelen. Hij heeft zich duidelijk goed herpakt. Ik hoop dat moeder dat ook heeft kunnen doen.

Om kwart over twaalf zie ik moeder op het plein staan. Ik vertel haar kort wat ik door de ochtend heen heb waargenomen. Waar haar zoon heerlijk gespeeld, gewerkt en geleerd heeft, heeft zij de hele ochtend een knoop in haar maag gehad. Dat ik me aan mijn belofte gehouden heb, lucht haar zichtbaar op. Haar kind wordt gezien en gehoord op school.
OOP’er ben je ook voor ouders.

Door: Gytha Funke

Gepubliceerd op 13 september 2022.

   

 

 

Winkelwagen
Scroll naar boven