Bertus Meijer

Stop …. hou op

Nascholingen. Als het goed is hebben we er allemaal mee te maken. Gelukkig maar, want we moeten de zaag scherp houden. En we hebben er ook allemaal een mening over … en die is niet altijd positief.

Veelgehoorde klachten uit de praktijk:

  • ‘Soms was de nascholing er ineens, terwijl ik me niet kan herinneren dat er een hulpvraag was. Hij stond plotseling op de verplichte jaarplanning.’
  • ‘Ik werd niet op mijn niveau aangesproken en hoorde voor de zoveelste keer hoe ik iets moet aanpakken.’
  • ‘Ik zat uren te luisteren en activiteiten te doen, waarna de opbrengst op een bierviltje paste.’
  • ‘Hij kwam te laat binnen en was een kwartier bezig met het installeren van de laptop. Terwijl wij wachtten en de bergen nakijkwerk bleven liggen.’
  • ‘Als ik een vraag stelde zou erop teruggekomen worden. Dat gebeurde nooit.’
  • ‘Als ik kritisch was kreeg ik te horen dat er een negatieve energie is en dat dat niet helpend is in de beantwoording van de hulpvraag.’
  • ‘Als ik een vraag stelde werd ik bedankt voor de feedback. Waarna er niets veranderde.’
  • ‘Wat ik te horen kreeg, had niets te maken met de groep kinderen die de volgende dag voor mij zat.’
  • ‘Ik heb groep 8 en moest een hele middag aanhoren hoe je een bouwhoek in groep 2 inricht.’

En dat terwijl het beter kan. De aanbieders kunnen beter, maar wij kunnen ook beter. Ik belicht de rol van de aanbieder, de schoolleider en de teamleden.

Tips voor nascholers:

  • Verdiep je eerst in de mensen die voor je zitten. Ik heb nascholingen over, nota bene, gedifferentieerd onderwijs gehad waar het hele team als een grote massa werd aangesproken. Zonder rekening te houden met niveauverschillen binnen de groep. Dat is op zijn zachtst gezegd vreemd. Dat vraagt niet alleen iets van de nascholers, maar ook iets van degene die de nascholing aanvraagt. Zaag de nascholende partij door, geef de hulpvraag door en neem geen genoegen met halve antwoorden. En reken hen nadien ook af op gedane beloftes.
  • Wat is je boodschap? Wat wil je ons leren? Vraag je dan af of je boodschap wellicht ook kort en krachtig aan bod kan komen. Vijf urenlange sessies naar aanleiding van een simpele vraag is echt teveel. Dat riekt naar ‘uurtje factuurtje’. Dit scheelt geld, ergernis en tijd.
  • Gooi PowerPoint van je computer. En als je echt niet zonder kunt is het wellicht zinvol om een presentatie die ik zelf kan lezen, niet voor te lezen.
  • Zorg ervoor dat iedere activiteit bijdraagt aan het doel van de nascholing. Anders spreken we van tijdvulling.
  • Zorg ervoor dat je nascholing bijdraagt aan het onderwijs aan de kinderen. Pas daar je gevraagde activiteiten op aan. Altijd.
  • Accepteer het feit dat er ook introverte mensen bestaan die niet zitten te wachten op (rollen)spelletjes en energizers in de groep. Jouw leuk is niet ieders leuk. Ook hier kan de aanvragende partij een belangrijke rol spelen.
  • Deel geen papieren uit om vervolgens een ellenlange leespauze in te lassen. Zorg ervoor dat je luisteraars voordien alles hebben kunnen lezen en, vooral, voorbereiden. Maar … dóe ook iets met die voorbereiding en geef mensen niet het idee dat ze thuis voor niks hebben gelezen en gestudeerd. Ga geen extra leespauzes inlassen omdat niet iedereen zijn huiswerk heeft gedaan. Beloon dit soort gedrag niet. Bij een goede nascholing hebben de deelnemers ook verplichtingen. Het hoeft niet van een kant te komen.
  • Vraag je af of een heel team moet meedoen met een nascholing over de inrichting van hoeken of de uitstroom naar het voortgezet onderwijs. Het doet nogal wat met je motivatie als je echt aangesproken wordt op jouw dagelijkse praktijk.
  • Verander als aanbieder je aanbod eens. Ik heb weleens drie keer dezelfde nascholing verdeeld over tien jaar aangehoord. Dat is wel heel makkelijk allemaal.
  • Zeg nooit meer: ‘We gaan iets leuks doen.’ Daarmee geef je aan dat het voorafgaande niet zo leuk was.
  • ‘Leuk’ is trouwens geen norm. Daar heb ik Netflix al voor.

Maar ook wij als deelnemers en/of aanvragers kunnen invloed hebben. We hebben zelfs meer invloed dan we zelf denken. En we hebben als school een zekere verplichting naar de belastingbetaler die aan onze nascholingen en andere zaken meebetaalt. Gemopper in de marge van de koffiekamer (‘Been there, done that’) zal het gehele circus niet veranderen.

Ga bij een naderende team-nascholing eens na of er wel een echte hulpvraag is. Een hulpvraag van het hele team. Wat wil je leren en is een (teambrede) nascholing het antwoord?

Vraag je vervolgens af of een ingevlogen nascholer wel de juiste persoon is. Een vriendje van een kennis is wellicht een goedkope oplossing, maar niet altijd de goede. Wat is zijn achtergrond? Wat kan hij bieden?

Vraag je ook eens af of het antwoord op de hulpvraag echt op vijf middagen gegeven moet worden in sessies van drie uur. Ik heb nascholingen van twee uur meegemaakt waar ik op het puntje van mijn stoel zat en vol van kennis en ideeën terug reed. Nascholingen waar ik op mijn niveau werd aangesproken en die niet opgeleukt hoefden te worden met energizers, rollenspellen en placemats met geeltjes. Dat vonden we wellicht leuk in 1993, maar echt … het kan inmiddels anders. (Al zijn er ook collega’s die alles kirrend leuk vinden. Accepteer dat gewoon; verwonder je slechts.)

Wees eens een onaardige criticus in plaats van zuchtend vergevingsgezind. Het is jouw nascholingsbudget dat ervoor gebruikt wordt. Daar mag je toch minstens vragen bij stellen? Hier móet je mijns inziens zelfs vragen bij stellen!

Loop eens gewoon weg als de nascholing tegenvalt of, liever nog, stel ter plekke de juiste vragen. Als de aanbieders echt deskundig zijn krijg je antwoorden. Vergeet niet: ze opereren in jouw tijd. Tijd die je ook kon gebruiken om goede lessen voor te bereiden.

Daarom: laat je horen! Gemopper achteraf zet geen zoden aan de dijk en met de ‘vijf balletjes-verplichte nummers’-evaluatieformulieren gebeurt echt niets. Nooit. Ik heb ze weleens de dag erna in de prullenbak teruggevonden toen ik als eerste op school kwam. Samen met de post-its en de bergen koffiebekers.

En gelijk hebben ze, want we zetten op een evaluatieformulier toch nooit wat we echt vinden. Iedereen speelt het spel mee. Zo is onze aanwezigheid al een rollenspel op zich.

We vragen zelf achteraf ook nooit wat er met die evaluaties gebeurt. Dat is de keerzijde. Ook wij hebben nog veel te winnen. Vraag eens feedback op de feedback.

We zijn namelijk te aardig. Als een bakker slecht brood levert gaan we toch ook naar een andere bakker? In het geval van nascholingen leveren sommige ‘bakkers’ vooral gebakken lucht. Maar we blijven het eten.

Alles is heel simpel als volgt samen te vatten: weegt het rendement op tegen de investering? En die investering is groot. Ik heb rekeningen zien langskomen die mij deden huiveren. Als het antwoord ontkennend is moet je er niet aan beginnen.

‘Stop, hou op!’ Dit leren we de kinderen zeggen. Maar wij mogen dat ook weleens meer doen.

Door: Bertus Meijer – Onderwijsenzo
Gepubliceerd op 26 september 2023

Winkelwagen
Scroll naar boven