Nu er door corona zoveel mensen ziek zijn, psychische problemen hebben of zich flink zorgen maken over hun bedrijf, vind ik dat ik niet mag zeuren. Zoveel mensen rennen hun benen uit hun lijf in de zorg … Kan ik dan moeilijk doen over tien dagen quarantaine met mijn eigen kind? Hoe erg kan dat zijn?
Op maandag kregen we bericht dat Tom het weekend daarvoor in het logeerhuis was verzorgd door een begeleidster die later positief getest was op Covid-19. Gelukkig had ze weinig klachten. Maar Tom moest voor de zekerheid tien dagen in quarantaine.
Kan ik moeilijk doen over tien dagen quarantaine met mijn eigen kind? Hoe erg kan dat zijn?
Nog nooit was Tom zo’n lange periode thuis geweest, zonder school, buitenschoolse opvang, logeeropvang of thuisbegeleiding. En mét al die opvang vinden we het al behoorlijk zwaar, hij staat niet voor niets sinds een jaar op de wachtlijst voor een woonplek elders. Maar gelukkig is Tom graag ‘lekker bij mama’ en accepteerde hij meteen dat de schoolpicto’s werden weggehaald. Hij wilde echter wel precies weten wat we zouden gaan doen, en daarna én dáárna.
Ik deed mijn uiterste best een duidelijke planning op het pictobord te maken, met activiteiten binnens- en buitenshuis. Dat viel niet mee. ’s Ochtends koekjes bakken klinkt leuk, en Tom kan best – als ik aandring – wat vormpjes in het deeg steken, maar na een paar minuten is hij zoiets zat. Zijn spanningsboog is bijzonder kort en wat ik ook verzon: hij wilde het niet en bleef maar vragen ‘Wat nu doen?’, ‘Schoenen aan?’, ‘Schommelen?’ Ook als het buiten stroomde van de regen. Wat het veel deed, die dagen.
Zijn spanningsboog is bijzonder kort en wat ik ook verzon: hij wilde het niet.
Na veertien verjaardagen en veertien sinterklaasfeesten met Tom weet ik dat het niet eenvoudig is iets te bedenken waarmee hij langer dan vijf minuten blij is en waarmee hij zich echt goed kan vermaken. Toen in maart de scholen en opvang sloten, heb ik desondanks wat nieuwe puzzels en speelgoed aangeschaft, in een poging hem bezig te houden. Met weinig succes. Voor deze quarantaineperiode mocht ik ook wel iets nieuws kopen, vond ik, en ik bestelde een stevige, opblaasbare matras. Tom was meteen enthousiast en een groot deel pompte hij zelf op met de voetpomp. Toen de matras vol lucht zat, gooide hij er al zijn kleedjes en knuffels op en ging erbij liggen. Heerlijk! Zo zorgde de matras voor een aantal rustige momenten, waarbij Tom ontspannen lag, al of niet met een filmpje erbij. Heerlijk. Totdat hij weer opsprong en allerlei uitstapjes begon op te noemen. Hij wilde naar opa en oma, een binnenspeeltuin, het zwembad, IKEA … Veel dingen die we allang niet meer met hem aandurven, maar zéker in coronatijd niet kunnen doen. En al helemaal niet als je in quarantaine bent. Leg dat maar eens uit aan je kind dat niets begrijpt van corona, afstand houden, mondkapjes en besmettingen.
Als het droog was – of niet al te hard regende – gingen we naar de speeltuin. Vaak dezelfde, afgebakende, vrijwel altijd verlaten speeltuin. Tom is gek op schommelen en zwieren met een kabelbaan, en dat kan daar allebei. Maar ook daarvan had hij snel genoeg. Een half uur in de speeltuin is voor hem heel lang, en zelfs daar is flink wat aanmoediging van mijn kant voor nodig. ‘Kom Tom, nog een keer op de kabelbaan!’ Tussendoor even op een bankje zitten met een flesje water en een koekje of snoepje is een vast onderdeel geworden, waardoor ik het uitje soms wel tot drie kwartier wist te rekken. Vervolgens reden we dan met een omweg van minstens een uur naar huis, en was er bijna weer een dagdeel om.
Tom noemt onze auto van het begin af aan zilver, terwijl ik toch echt denk dat onze auto grijs is. Heel bijzonder, en hoe hij daar precies op is gekomen weten we niet. Al jaren horen we regelmatig: ‘Stukje zilveren auto?’ Tom wordt rustig van een ritje. En dat mag gerust twee uur duren. Hij accepteert inmiddels dat er niet altijd een duidelijk doel is en we soms gewoon alleen maar een stukje rijden. Een ijsje van de McDrive zorgt af en toe voor een leuke onderbreking. Ook parkeer ik soms gewoon ergens en blijven we een kwartiertje staan. Dat vindt hij prima. Een muziekje en een snoepje erbij. En zo gaat de tijd voorbij.
Tom wordt rustig van een autoritje. En dat mag gerust twee uur duren.
Als Tom thuis is claimt hij mij, de hele dag. Ik ben eraan gewend. Zolang hij zich vermaakt en er gelukkig uitziet, kan ik het goed aan. Vaak ben ik vertederd door de grappige dingen die hij zegt of doet, en het is fijn dat hij me ook af en toe zomaar een knuffel geeft. Er zijn ups en downs, maar ik leer steeds beter met hem mee te bewegen, zonder de regie uit handen te geven. Maar hoe belangrijk de onderbrekingen van school en opvang zijn, is me nu duidelijker dan ooit.
Wat ik in de quarantaineperiode het moeilijkst vond, was Toms gegil. Hij gilt als hij enthousiast en blij is. Als hij boos is. Als hij een leuk liedje hoort. Maar vooral: zomaar, zonder aanwijsbare reden. Dus ook als hij niet gilde, kón hij wel elk moment gaan gillen, waar ik me ongemerkt schrap voor zette. Met een bonkende hoofdpijn tot gevolg.
Tom sliep bovendien minder goed door, deze dagen. Vaak maakte hij lawaai ’s nachts, wat alleen stopte als ik naast hem ging liggen en steeds herhaalde: ‘Stil zijn, Tom, mond dicht, ga slapen’. Uiteindelijk vielen we soms nog even in slaap. Bij gebrek aan genoeg ruimte lag ik dan in een ongemakkelijke houding. Niet ideaal voor mijn lichaam, maar wel voor de rust in huis. Als Tom maar stil was. Totdat hij mij vroeg in de ochtend uit een onrustige hazenslaap wekte met een enthousiaste kreet en zijn bekende vragen: ‘Schommelen?’ ‘Stukje zilveren auto?’
Gelukkig zijn we allemaal gezond gebleven en inmiddels mag Tom weer naar school en naar het logeerhuis en ook de thuisbegeleidster mag weer komen. De normale gang van zaken, die we meer waarderen dan ooit.
Er zijn ups en downs, maar ik leer steeds beter met hem mee te bewegen.
Het is niet ondenkbaar dat er nog zo’n periode nodig zal zijn. Het leven is onzekerder geworden, en geen enkele vorm van hulp en opvang is vanzelfsprekend. Gelukkig heb ik door Tom al lang geleden geleerd dat je beter niet te ver vooruit kunt kijken. Als geen ander leerde hij mij dag voor dag te leven, blij te zijn met een mooi moment en iets wat grijs is zilver te noemen.
Gepubliceerd 24 november 2020
Actueel: