De provincies en hun hoofdsteden, Duitse naamvallen, spellingregels en jaartallen. Ik heb ze allemaal uit mijn hoofd geleerd. Als je me ’s nachts wakker maakt, kan ik zó de hoofdstad van Overijssel oplepelen of ‘przewalskipaard’ goed spellen. Het is duurzaam verankerd in mijn geheugen.
Ons hoofd is vergelijkbaar met een gigantisch magazijn waar eindeloos veel kennis in kan worden opgeslagen, het langetermijngeheugen. Heel iets anders is ons werkgeheugen, waarin slechts een paar dingen korte tijd worden opgeslagen. Zo kun je die grote hit van lang geleden moeiteloos meezingen, terwijl je de naam van degene die zich zojuist voorstelde alweer vergeten bent. Dingen uit je hoofd leren is dus reuzehandig.
Ik vraag me wel iets af: waarom heet het eigenlijk uit het hoofd leren en niet in het hoofd leren? Ik heb namelijk eindeloos veel moeite gedaan om de Duitse naamvallen in mijn hoofd te krijgen. In het Drents bestaat de uitdrukking ‘ergens de kop omheen krijgen’. Dat vind ik mooi gezegd. En duidelijker dan het Nederlands. Als de kop ergens omheen zit, dan begrijp je het. Het zit in je hoofd.
Om iets echt te leren, moet het zowel in als uit je hoofd. Als je wilt dat je leerlingen ook onthouden wat je ze leert, dan moet die kennis er regelmatig weer uit. Dat klinkt tegenstrijdig, maar dat is het niet. In de cognitieve psychologie heet dit principe ‘retrieval practice’: de onderwezen kennis wordt door de kinderen weer opgehaald uit het geheugen.
Iedere keer als jij je leerlingen laat denken over geleerde stof, als ze moeten zoeken in hun geheugen, worden de hersenverbindingen versterkt en wordt er beter onthouden. Nadat je iets nieuws hebt onderwezen, moet je daarom veel vragen stellen aan de kinderen, zodat ze in hun geheugen moeten zoeken naar de antwoorden en de kennis actief moeten ophalen. Nieuwe kennis wordt namelijk vrij snel weer vergeten als deze niet wordt herhaald. Net als de naam van degene die zich zojuist voorstelde.
Als kennis vergeten dreigt te worden en wegzakt in de krochten van ons brein, versterkt juist actief zoeken naar deze kennis het onthouden ervan. Het is een krachtig principe: iets nieuws leren, wachten tot het wegzakt, actief ophalen, wachten tot het wegzakt, actief ophalen. Net zo lang tot het niet meer wegzakt en de kennis is opgeslagen in het gigantische magazijn van ons langetermijngeheugen.
Met actief ophalen wordt bedoeld dat je zoekt in je geheugen naar antwoorden op vragen. Teruglezen in een boek of raadplegen van notities zijn minder actief en daarmee ook minder effectief. Geef daarom dagelijks dictees, overhoringen of quizjes. Herhaal recent aangeboden leerstof, maar ook zaken van langer geleden. Bedenk werkvormen waarbij je oude leerstof herhaalt en de kinderen flink laat nadenken.
Zo bezien is ‘uit het hoofd leren’ eigenlijk toch wel een prima uitdrukking: je haalt de kennis net zo vaak terug uit je hoofd, totdat deze niet meer vergeten wordt. Uit het hoofd leren, totdat het in het hoofd blijft. Leren totdat de kop er definitief omheen zit. Helder toch? Al vraag ik me nu opeens wel af waar de uitdrukking ‘van buiten kennen’ nou dan weer vandaan komt.
 Gepubliceerd op 23 januari 2020
Lees ook: