Haar roodgelakte nagel wijst naar het rechthoekje.
‘Schrijf dáár je naam maar.’
Mijn zoon bekijkt de fineliner in zijn hand. Zijn zusje moedigt hem aan.
‘Kijk, daar. Schrijf je naam maar.’
Op een apart papiertje doet ze het even voor. De schat.
Niets is vanzelfsprekend. Dat weten we allemaal wel.
Gezondheid. Vrienden. Als je je ouders nog hebt. Een leuke baan. Met je gezin op vakantie kunnen. Een fijn huis om in te wonen. Een rijpe peer. Een streepje zon, nét in je gezicht.
Een identiteitsbewijs laten maken voor je kind van negen.
Even naar de supermarkt met je kind van negen.
Een weekend weg zonder kinderen.
Ik ga naast mijn zoon aan tafel zitten.
Hij kijkt me even aan. Plechtig. Anders kan ik het niet noemen.
‘Toe maar. Schrijf je naam maar op.’ Dan doet hij het. Ingespannen. 4 letters. Van de A maakt hij een O. En toch is het perfect. Als hij klaar is zijn we even stil. Daarna prijzen we hem. Zijn zusje juicht. De mevrouw van de gemeente knikt me glimlachend toe. Ze lijkt ook ontroerd.
Ik kijk hem aan. ‘Goed gedaan, kanjer.’ Hij fladdert trots met z’n handen.
En ineens ben ik blij dat het allemaal niet vanzelfsprekend is. Want dit gevoel is met geen fineliner te beschrijven.
Geplaatst op 17 augustus 2015
Bekijk hier het complete blogoverzicht