De hartverscheurende kwestie Lego

We moesten er allebei heerlijk om lachen. Ik weet al niet meer waar ik het grapje precies tegenkwam, maar het duurde nog geen seconde of ik had de humoristische quote van een (waarschijnlijk onbestaand) onlinekoppel al doorgestuurd naar mijn vrouw: Mijn vrouw en ik hebben besloten dat we geen kinderen willen. We gaan het ze na schooltijd vertellen. Natuurlijk zijn onze twee kleine huisgenootjes onze grootste schatten, maar we durven ook eerlijk te zeggen dat ze het ons af en toe best moeilijk maken. Al wordt dat natuurlijk steeds vlug bedekt met een grote, héél grote mantel der liefde. De ene keer komt die sneller van mama, de andere keer van papa.

Ik ben er zeker van dat ouders wat van de eigen opvoeding doorgeven aan hun kinderen. Dingen die je zelf als waardevol hebt ervaren, gun je je eigen kinderen immers ook. Dingen die moeilijke herinneringen oproepen, probeer je ze te besparen. Mijn vrouw en ik hebben het geluk dat we vooral uit de eerste categorie kunnen putten. Onze ouders hebben vakwerk afgeleverd …

Maar een schijnbaar triviaal feit, op een dag die bekendstaat om kinderplezier, deed mijn hele beeld van ons gezamenlijk opvoeden en ouderschap wankelen. Wat was de aanleiding? De Sint bracht ons Lego-bouwdozen.

Mijn vrouw en ik kennen elkaar al sinds het begin van het millennium. We zijn geen vreemden voor mekaar en zijn niet aan kinderen begonnen na onze eerste date. We hebben ontelbare uren van diepgaande gesprekken achter ons en er staan er ons ongetwijfeld nog heel wat te wachten, maar tot nog toe was Lego nooit het onderwerp ervan. Tot de voorbije fatale pakjesavond.

Onze oudste wordt over enkele weken zes jaar en hij wilde zo graag een bouwset van het bekende blokjesmerk. Groots was dan ook zijn vreugde toen de Sint zijn smeekbede beantwoord bleek te hebben. De jongen opende meteen het doosje vol gekleurde blokjes, vlaggetjes en lampjes, verpakt in afzonderlijke zakjes. Gefascineerd door zijn herkenbare, jonge enthousiasme hoorde ik de expliciete richtlijnen van zijn moeder aanvankelijk niet eens: ‘Even wachten! Je moet eerst het plannetje goed bestuderen en de zakjes in de juiste volgorde openen!’ Toen haar aanwijzingen tot me waren doorgedrongen, keek ik mijn vrouw aan op een manier die niet enkel verbazing, maar vooral een soort volledige ontworteling van mijn eigen opvoeding uitstraalde. Wachten? Helemaal niet! Doe al die kleine zakjes maar eens open en ontdek wat erin zit! Plannetjes? Die kunnen straks ook nog wel! Laat je fantasie maar helemaal de vrije loop en dan zien we achteraf wel wat we ervan kunnen maken!

Mijn vrouw en ik hebben ontelbare uren van diepgaande gesprekken achter ons, maar tot nog toe was Lego nooit het onderwerp ervan

De Sint had hier niet goed over nagedacht. Zowel de vader als de moeder in dit huis hadden genoten van een veelal zorgeloze opvoeding, maar met hun Legoblokjes hadden ze in hun kindertijd totaal verschillende dingen gedaan.

Mijn broers en ik kieperden alle blokjes samen in grote houten dozen. Urenlang graaiden onze handen in deze schatkisten, op zoek naar dat ene blokje dat we nog nodig hadden om onze zelfverzonnen bouwsels af te maken. Plannetjes en verpakkingen waren al lang naar de prullenmand verwezen, omdat onze constructies toch veel mooier waren dan wat er op de plaatjes stond. Althans, in onze kinderogen.

Dit zou voor drama’s hebben gezorgd in het ouderlijk huis van mijn vrouw. Ook daar werd er met veel enthousiasme uitgekeken naar elke nieuwe bouwdoos. Maar zij openden elk pakje met de nodige voorzichtigheid en plannetjes werden gekoesterd als goud. Geen stukgescheurde kartonnen verpakkingen, maar mooi gestapelde doosjes waarin elk bouwsetje weer opgeborgen kon worden. De blokjes voor de trein, in het doosje van de trein. De blokjes voor de brandweer, in het doosje van de brandweer. Alleen de poppetjes niet, toen met enkel een lachend streepje als mondje en dus nog niet met stoere baard, lippenstift of zonnebril. Die mochten allemaal samen in een doosje voor de poppetjes liggen.

Mijn broers en ik kieperden alle blokjes samen in grote houten dozen. Dit zou voor drama’s hebben gezorgd in het ouderlijk huis van mijn vrouw

Ik kon mijn oren niet geloven toen ik erover hoorde. ‘En waar is de creativiteit?’, vroeg ik haar vol onbegrip. ‘En waar zijn jouw blokjes?’, antwoordde ze gevat. Daar had ze wel een punt. Tijdens mijn creatieve kindertijd verdwenen er meer dan eens blokjes uit de houten dozen, uit het zicht en uit het geheugen. Voor eeuwig verloren in een stofzuigerzak of onder een zware kast in de woonkamer. Zo ging het niet bij haar. Dertig jaar oude dozen liggen nog steeds netjes geordend in de speelkast bij haar ouders. Onze kinderen kunnen nog steeds bouwen aan en spelen met de trein, de brandweer, de mannetjes en alle andere setjes waarvan mijn vrouw als kind heeft genoten. Er ontbreekt niets en de plannetjes bewijzen nog steeds hun nut.

Terwijl we elkaar met een heleboel argumenten probeerden te overtuigen, was mijn zoontje zijn interesse in al die verhalen over vroeger al lang verloren. Hij zat met zijn kleine zusje rond de nieuwe Lego-blokjes. Met vertederende woordjes hielp hij haar de blokjes te sorteren. De blauwe bij de blauwe, de rode bij de rode. En wij keken naar onze kinderen die samen bouwden op hún manier. Niet die van papa, niet die van mama. Door mijn hoofd flitste een gedachte die veel fundamenteler was dan alle blokjes, poppetjes en plannetjes: misschien kijkt mijn kleine kerel op een dag wel even verwonderd als ik naar zijn eigen kind wanneer het een eerste Lego-doosje krijgt en er op een heel andere manier mee speelt dan hij zelf deed. Ik hoop het. En vooral dat hij dan kijkt met evenveel liefde en waardevolle herinneringen.

Dankjewel, Sint. Dankjewel, Lego.

 

 

Geplaatst op 27 augustus 2019

 

Lees hier alle blogs van Kobe >>

 

Bekijk ook:

       

Winkelwagen
Scroll naar boven