Tien jaar geleden was ik koud. Verdoofd. In mijn hoofd opgesloten, als gevolg van een heftige gebeurtenis en periode in mijn leven. Ik voelde het zelf niet, dat ik het eigenlijk koud had. Op een morgen in januari stond ik bij haar voor de deur. Ik weet nog dat het even duurde voordat de deur openging. Daar stond ze, een glimlachende dame met grijs haar en rustige ogen. Zonder iets te zeggen pakte ze mijn handen en wreef ze warm tussen de hare. ‘Wacht hier even,’ zei ze en ze verdween naar binnen, net zo snel en geruisloos als de deur even daarvoor was opengezwaaid. Even later stond ze er weer. Er gebeurde iets wat ik mijn hele leven niet meer zal vergeten: ze drapeerde een grote, warme sjaal om mijn schouders. Zorgzaam. Liefdevol. ‘Hier,’ zei ze, ‘voor jou, om je te warmen.’ En ineens voelde ik het: ik had het koud, intens koud en ik had het niet gevoeld.
Deze warme sjaal, dit gebaar van deze vrouw, maakte dat ik weer ‘aan’ ging. En ik voelde weer dat er ook nog een lichaam onder mijn hoofd zat. Ik mocht alles voelen wat er gebeurd was en alles verwerken. Deze coach, want dat was ze, had precies dat gedaan wat ik nodig had, in professionele nabijheid en in liefde. Ze zag mij. Ik heb de sjaal nog steeds, ik koester haar. Ze verwarmt me als ik het nodig heb. Of gewoon als ik vind dat ik warmte verdiend heb. Ik ben het waard om warm te blijven. Om te ontvangen. En om van alles gewoon te voelen.
In de tijd dat ik een hoofd was met voeten eronder, kreeg ik het voor elkaar om gewoon te functioneren. Ik zette als intern begeleider een uitgebreide zorgstructuur op en kreeg lof van de inspectie. Onlangs hoorde ik dit terug in een speech van mijn directeur, tijdens mijn afscheidsfeestje, als één van de waardevolle dingen die ik gedaan had in mijn onderwijsloopbaan. Ik kon dat, gewoon doorgaan voor anderen, terwijl je jezelf niet meer voelt. Roofbouw plegen op jezelf.
Het moment dat ik zover als mogelijk geheeld was, maakte ik een keuze. Ik kon twee dingen doen met mijn leven. Of ik werd een verbitterde vrouw die in de slachtofferrol dook en anderen de schuld gaf van de gevolgen van het leven, of ik deed er wat mee, verantwoordelijkheid nemen voor elk aspect van mezelf en van het leven. Ik koos het laatste. Mét die sjaal en met mijn gevoel, mijn hele zijn, kan ik bereiken wat ik niet kon toen ik nog ‘uit’ stond. Echt geloven in mezelf en daardoor juist ook geloven in de mensen (en kinderen!) om mij heen. En dan juist iets kunnen betekenen voor die ander. Kijken naar wat er is en wat er nog wél kan, ook al lijkt iets nog zo hopeloos. Er is altijd een weg.
Door het zoeken naar wat er wél mogelijk is en steeds het overleg te zoeken, gingen er deuren open. Ontstonden er kansen. Voor mij en voor de dierbaren om mij heen, zoals voor mijn zoon met autisme, te zien in dit ontroerende filmpje: https://youtu.be/HHmp3dX6hHc Een poosje geleden zaten de coach van mijn zoon, Patrick van Daalen, en ik samen in de auto, onderweg naar Den Haag, waar we een VWS University-lezing gingen geven over het verhaal in het filmpje. ‘Wie inspireert jou? Wie is jouw coach?’ vroeg hij mij. ‘En wat wil je verder nog bereiken in je leven?’ Het kwam tot een bijzonder gesprek daar in die auto. Ik dacht er nog lang over na. Een coach had ik inderdaad al jaren niet meer. De vrouw van de sjaal was mijn laatste. Zij was er toen het niet goed ging. Wie is er voor je als het wel goed gaat? En vergeet je naast het geven niet juist ook te ontvangen? Essentiële vragen over het leven.
Hoe mooi zou de maatschappij zijn als we allemaal gecoacht en geïnspireerd worden door een ander en gedragen worden door onszelf ook als het goed gaat? Precies zoals een kind met autisme zich juist ontwikkelt en stappen maakt op het moment dat het goed met hem of haar gaat. Zo zou het altijd moeten zijn. Het doel in mijn leven is een bijdrage leveren in zorgen dat het goed gaat. Zoeken naar openingen, in harmonie en in overleg met anderen. Balans zoeken in de wereld met en zonder autisme. Bij die keuzes hoorde ook het afscheid nemen van mijn huidige baan. Het was een goed afscheid, met veel vlinders. Van elke collega kreeg ik er een, met een wens of spreuk erop. Op een van de vlinders stond: ‘De Vlinder Fladdert. Doelbewust is ze op weg. Schijnbaar achteloos’, geschreven door een collega van wie ik dacht dat hij mij eigenlijk niet zo goed kende. En toch had juist hij de essentie te pakken. Hoe bijzonder! Elke dag kan een geschenk zijn en voelen als een warme sjaal. Maak van een Mug een Vlinder.
Geplaatst op 7 augustus 2018
Bekijk hier het complete blogoverzicht