Esther de Graaff

Fase

‘Het is een fase.’ Vanaf het moment dat je vader of moeder bent, hoor je dat regelmatig. Alsof de ander een intensieve periode van zorgen voor je kind wat wil verzachten. De gebroken nachten, het wennen aan vast voedsel, de verlatingsangst, de waaromvragen … Wees gerust: het is een fase, het hoort erbij, het gaat weer over. Als variant op deze opmerking hoor ik mezelf ook vaak zeggen: ‘Het is momenteel een beetje pittig.’ Zo stel ik mezelf en de ander gerust. Hoe de situatie ook is: het is tijdelijk en er komt wel weer een rustigere periode.

Er zijn nogal wat ingewikkelde fases geweest in het leven van mijn zoon Tom. De ik-wil-alleen-maar-borstvoeding-en-ik-weiger-elke-fles-fase van minstens een half jaar. De lange fase waarin hij niet mee wilde lopen en we hem noodgedwongen steeds weer in de buggy vervoerden (gelukkig kregen we een grote te leen via de gemeente). De terugkerende fases van het wennen aan nieuwe situaties; aan weersomstandigheden, begeleiders, school, vakantie of logeerplanning.
Momenteel is er een nieuwe fase van kracht. Hij heeft er de leeftijd voor. Zijn lichaam verandert. Begeleiders en leerkrachten zeggen regelmatig: ‘Hij heeft vast last van zijn hormonen.’ Ook Tom ontkomt niet aan de puberteit. We weten nooit zeker waaraan bepaald gedrag te wijten is – hij is tenslotte nooit echt makkelijk geweest – maar het klinkt wel lekker normaal om de puberteit als reden te noemen voor zijn starheid, boosheid en frustratie. Iets waardoor het momenteel ‘gewoon een beetje extra pittig is.’

Na een fase waarin we het gebruik van incontinentiemateriaal steeds een uurtje langer opschoven is Tom overdag eindelijk zindelijk. Het gaat nog weleens mis, maar dat neemt niet weg dat deze ontwikkeling boven verwachting is. Ontzettend fijn om overdag geen poepbroeken meer te hoeven verschonen! Toch heeft ook dit een keerzijde. Want wat valt er veel te ontdekken aan wat je fabriceert op de wc als je niet gehinderd wordt door enig gevoel van decorum of de eigenschap iets vies te vinden …

Tom groeit hard. We zijn nu precies even groot, hij en ik. Dat valt me vooral op als ik hem na het douchen afdroog en ik hem in de ogen kijk als we beiden rechtop staan. Maar ook op de momenten dat hij zeer ingewikkeld en boos gedrag vertoont, ben ik me bewust van zijn grote lijf. Als zo’n kerel niet mee wil lopen pak je hem niet onder je arm. Met woorden moet het, en met geduld. Veel geduld.
Zijn grote, gezonde lichaam staat in contrast met zijn interesses. Zijn blijvende plezier bij het kijken naar peuterfilmpjes. Het spelen in een tentje vol knuffels, wat hij graag doet. Zijn gegiechel als ik een kinderliedje voor hem zing. Zijn gebrek aan woorden en zijn kinderlijke gefladder.

Begin dit schooljaar startte hij in het voortgezet speciaal onderwijs. De brugklas, zeiden we voor de grap. En al zit hij nu in een EMB-groep (voor kinderen met een ernstige meervoudige beperking), toch voelde deze overgang als een flinke stap. Tom zou groeien, meer leren en hopelijk wat zelfstandiger worden. En natuurlijk gebeurt dat ook, met kleine stapjes en een terugval af en toe. Zoals het altijd is gegaan.
In het lesprogramma voert het leren lezen en rekenen niet meer de boventoon, maar het uitruimen van de vaatwasser, het vouwen van wasgoed, het doen van boodschappen en het opwarmen van soep. Natuurlijk wordt er nog steeds met Knexx en Lego gebouwd en wordt er veel buiten gespeeld, gegymd en gesnoezeld.
Het is een ingewikkelde doelgroep, dat begrijp ik. Grote, stoere jongens en meiden met een veranderend, bijna volwassen lichaam waar ze zich geen raad mee weten. Hun kinderlijke gedrag. Hun onvermogen om grip te krijgen op emoties, waarbij overprikkeling altijd op de loer ligt. En dan ook nog de door je lijf razende hormonen.

Altijd probeer ik te zoeken naar wat Tom nodig heeft en wat hem helpt zijn leven wat overzichtelijker te maken. Een schema van picto’s vindt hij prettig. Een duidelijke dagelijkse planning, thuis en op school, geeft rust en veiligheid. Elke dag een andere leerkracht werkt niet bij deze doelgroep. Van de één wel mogen wat bij de ander niet mag, is funest. Nieuwe dingen uitproberen is spannend, maar leerzaam, mits van tevoren goed uitgedacht en gepland, inclusief een duidelijke voorbereiding voor de leerlingen. Vanuit een basis van vertrouwen en rust zoeken naar mogelijkheden om de zelfstandigheid en zelfredzaamheid uit te breiden. Dit is altijd belangrijk, maar wellicht in de puberteitsfase nog het meest.

De laatste tijd ligt Tom vaak nog urenlang te schoppen tegen de muur nadat hij naar bed is gebracht. Zoals kinderen in de puberteit soms figuurlijk ergens tegenaan schoppen, doet hij het letterlijk. De aan de muur bevestigde matrassen zorgen niet voor genoeg demping, en het schoppen en bonken zorgen voor overlast. Een vervelend, indringend, monotoon geluid. Hij is niet overstuur, hij doet het gewoon. Het hoort er momenteel bij voor hem. Hem streng toespreken heeft weinig zin. Negeren lijkt het beste, maar is niet altijd mogelijk, doordat zijn zusje er last van heeft en we bang zijn dat de buren het horen.
Van de nodige ontspanning in de avond is momenteel maar weinig over. Het is een fase, vast en zeker. Het stopt heus wel weer, dit tergende gedrag, en dan komt er weer iets anders. En zo is het leven met Tom een voortdurend traject van verschillende fases.

Ik zou weleens een lange fase willen zonder gepieker, met veel vrijheid en ontspanning. Dat lijkt onmogelijk, want ook als Tom er niet is, is er nog genoeg te piekeren en te zorgen. Toch komt zo’n fase heus wel. Vast. Het is momenteel gewoon een beetje pittig.

 

Gepubliceerd 2 juli 2019

 

Actueel:

               

Winkelwagen