Natasja Hoogerheide

Het meisje

‘Ga jij maar even in de gang zitten,’ had de juf gezegd. ‘We gaan het vandaag over de dood hebben en dat is veel te zielig voor jou…’

Daar zat ze. In de gang. Stilletjes staarde ze naar de deur. Aan de andere kant van de deur, in de klas, ging het over de dood. De dood. Eng. De dood was iets waar niet over werd gepraat. Thuis ook niet. Het mocht misschien wel, maar ze deed het niet. ‘Wees maar extra lief voor je mama,’ zeiden de grote mensen tegen haar. ‘Ze heeft het al zo zwaar.’

Lief zijn. Daar was ze goed in, het kleine meisje. En ze was nog maar zeven.
Toen ze zes was, stierf haar zusje. Een baby nog. Ze had maar vier maanden geleefd. Vier lange, donkere maanden, waarin haar moeder vaak naar het kinderziekenhuis moest, waar het kindje was opgenomen. Ze mocht niet mee naar de begrafenis. Zo ging dat in die tijd, de jaren zeventig. Het was allemaal echt goed bedoeld. Om haar te beschermen. Tegen zielige dingen. Tegen verdriet. Het beschermingsmechanisme werkte goed. Zó goed, dat ze eigenlijk niet meer kon voelen. Wat de ander voelde, daar was ze wel goed in. Haar mama bijvoorbeeld. Ze deed extra lief. Om haar mama te beschermen. Dat deed ze graag. Ze hield veel van haar moeder.

Het meisje lag vaak wakker. Wat ze ook probeerde, ze kon niet slapen. Wanhopig werd ze ervan. Ze snapte niet waarom het niet lukte. Ze piekerde. Over van alles. En ze las. Alle kinderboeken van de bibliotheekbus die elke woensdag in de wijk kwam, had ze gelezen. Het liefst las ze de boeken van Guus Kuijer, over Madelief, die alles durfde. Madelief had zelfs een nieuw hoofd gekregen! Dat zou het meisje ook wel willen, zo’n nieuw hoofd. En dan eentje zonder al dat eczeem dat ze nu op haar wangen had. Soms was het eczeem extra hevig en zaten haar handen ook helemaal onder. Dan kon ze niet meedoen met kleien tijdens handvaardigheid. En kleien deden ze vaak, het was tenslotte het asbakkentijdperk.

Het meisje had een hekel aan gym. Ze werd altijd als laatste gekozen. Dan voelde ze de bui alweer hangen. Steeds als de twee populaire kinderen een naam riepen, werd de rij op de bank een stukje korter. Zuchtend werd haar naam opgenoemd, als er niemand meer over was op de bank. ‘Ik geef je een 6 voor gymnastiek op je rapport, voor de moeite,’ zei de meester in de vijfde klas tegen haar. Het zesje stond in schril contrast met de negens en tienen die op het rapport stonden. Omdat ze zo slim was, zat ze helemaal achter in de klas, in het hoekje, in de ‘goede’ rij. Hard en serieus werkte ze. Ze wilde later schrijfster worden. Of juf. De eisen die ze aan zichzelf stelde, waren hoog. De andere kinderen waren best jaloers op het meisje, dat zo goed kon leren. Soms werd ze ook gepest. ‘Schelden doet geen zeer,’ zeiden de grote mensen dan tegen haar. En dat geloofde ze. Ach, ze voelde het toch niet…

Het kleine meisje werd een vrouw. Het duurde lang voordat ze haar gevoelens kon herkennen. Een groot deel van haar leven was ze beter in voelen wat anderen voelden. Dat maakte dat ze ging zorgen. En zichzelf daarin verloor. Anderen gingen vaak over haar grenzen. Het werd een lange reis om zichzelf te leren zien. En om te beseffen dat ze het waard is om gezien te worden. Ze leerde dat ze mag huilen. Verdriet mag hebben. En rouwen. Om wat geweest is en hoe het had kunnen zijn.

Ze was opgegroeid in een andere tijd. Een tijd waarin de volwassenen dachten dat wat ze deden goed was. Desastreuze beslissingen werden genomen met de beste bedoelingen. Niemand zou nu nog kunnen verzinnen om een meisje wier zusje is overleden de klas uit te zetten als het over de dood gaat. Je houdt haar juist ín je klas! En je rouwt. Samen. Er is oog voor haar. Ze wordt gezien. Ze mag voelen. En huilen. Als laatste gekozen worden bij de gym doen we ook niet meer. Gelukkig maar. En schelden doet wél zeer. Heel erg zelfs!

Het kleine meisje, dat ben ik. Ze woont nog ergens bij me, diep vanbinnen. Ik koester haar. Ze is mijn drijfveer geworden. Door haar ben ik juf geworden. Schrijfster ben ik nog niet, maar af en toe een verhaal, dat lukt me wel. Jullie lezen er nu een. Het gaat over gezien worden. En over zijn wie je bent. Zacht zijn voor jezelf. Dan heb je juist veel te geven!

Geplaatst op 17 december 2015

Bekijk hier het complete blogoverzicht

 

 

 

 

 

 

Winkelwagen
Scroll naar boven