Maarten Tromp

Je kunt altijd nog de pabo doen

Toen ik in 1996 naar de pabo ging, hoorde ik om me heen: ‘Als je niets kunt, kun je altijd nog de pabo doen.’ Wie mijn andere blogs gelezen heeft, kan zich wellicht voorstellen dat ik dit destijds enigszins beledigend opvatte. Nu ik aan het nadenken ben over talent en talentontwikkeling,* ontwikkel ik langzaamaan nieuwe perspectieven op het verschijnsel ‘talent’. En zo verandert mijn opvatting over de gewraakte zin ook. Een beetje.

Om het uit te leggen, haal ik de zin uit elkaar en deel ik mijn gedachten.

‘Als je niets kunt …’
Een van de hardnekkige problemen van ons onderwijssysteem is het punt waarop scholieren moeten kiezen voor hun toekomst: Welke vervolgopleiding ga ik doen? Wat wil ik eigenlijk worden? Wat is er allemaal? Hoe lang duurt het voordat ik ‘iets ben’? Veel jongeren zijn nog niet in staat om die keuze te maken. Dit heeft een scala aan oorzaken: psychologische rijpheid, een veelheid aan mogelijkheden, een beperkt beeld van de vervolgopleiding en toekomstige baan en ongetwijfeld nog meer. Wat in ieder geval ook meespeelt, is dat bij een aanzienlijk deel van de jongeren talenten nog niet altijd zichtbaar zijn geworden. Maar ze worden wel in het industriële keurslijf geperst waarin verwacht wordt dat alle kinderen op een bepaald moment klaar zijn om dergelijke levensbepalende beslissingen te nemen. En ja. Die jongens en meisjes waren er ook bij mij op de pabo. Leeftijdsgenoten die het allemaal nog niet zo zeker wisten.

Zij worden in het industriële keurslijf geperst waarin verwacht wordt dat alle kinderen op een bepaald moment klaar zijn om levensbepalende beslissingen te nemen.

Ik kan het natuurlijk als een belediging blijven voelen dat deze medestudenten de pabo verkozen om hun nijpende vragen van benodigde antwoorden te voorzien. Ik kan het inmiddels ook met wat meer nuance beschouwen. De pabo is immers van oudsher een zeer brede opleiding die een serieus diploma oplevert. Tijdens de pabo leer je veel. Over jezelf, over kinderen, over lesgeven, over psychologie en pedagogiek. Over vakken binnen het hele spectrum van het onderwijs. Van handvaardigheid tot biologie. Van drama tot ICT. Een rijke opleiding dus, die voor veel mensen die nog zoeken inderdaad een antwoord kan bieden.

‘… kun je altijd nog de pabo doen.’
Tja. Altijd, altijd … dat is natuurlijk een beetje gechargeerd. Je moet er de passende vooropleiding voor hebben afgerond. In mijn geval moest ik ook een aantal pijnlijke concessies doen teneinde mijn doel te bereiken. Bepaalde opdrachten, vormen van reflectie en stages maakten niet per se deel uit van mijn gedroomde opleiding. Je hoort mijn eufemismen hopelijk.
De mogelijkheid om de pabo te gaan doen, kan ook gedwarsboomd worden doordat niet iedere levensfase zich leent voor een omscholing en carrièreswitch. Het betekent immers een investering in tijd en geld die niet iedereen op ieder moment kan doen. Dus ‘altijd’ is – zacht uitgedrukt – een tikje overdreven.
Echter nu, in een tijd van lerarentekorten, zou het wel een overweging waard zijn. Wie in zijn of haar leven een wending zoekt, kan met de inmiddels opgedane levensvaardigheden een werkelijke verrijking zijn in het onderwijs. In die zin kan het wel altijd nog. Voel je vooral welkom in het onderwijsdom!
Wanneer ik mijn gedachten over de pabo probeer te vertalen naar de realiteit van de basisschool, zie ik een parallel. Ook de basisschool is een leerplaats waar veel gebeurt. Groot verschil met de pabo is natuurlijk dat een kind van vier jaar oud niet kiest voor deze ‘opleiding’. Maar vanaf dag één ontvangt het kind wel onderwijs en leert het leuke en minder leuke dingen.

Wie in zijn of haar leven een wending zoekt, kan met de inmiddels opgedane levensvaardigheden een werkelijke verrijking zijn in het onderwijs.

Op steeds meer basisscholen in ons land zien we de focus op talentontwikkeling. Ik denk dat dit een heel goede zaak is. Naast het aanbieden van basisvakken, waarmee je je kunt redden in onze maatschappij, komt er meer en meer aandacht voor het unieke en eigene van het kind. Wat kun je goed? Wat vind je moeilijk? Wat vind je leuk? Wat wil je verder leren? Wat houdt je bezig? Nieuwsgierige vragen van juffen en meesters aan nieuwsgierige en leergierige kinderen. De basisschool zo maken tot een broedplaats van talent, is voor mij een inspirerende opdracht. Wie die opdracht begrijpt, kan altijd nog de pabo gaan doen.

 

* Deze blog is het eerste deel in de serie ‘Perspectieven op talent’ waarin Maarten Tromp ingaat op het thema talent in relatie tot de basisschool en gerelateerde onderwerpen. 

 

Geplaatst op 18 juni 2019

 

Verschenen bij Uitgeverij Pica:

     

 

 

In dit blog geef ik drie redenen om vooral wél het basisonderwijs in te gaan. Berichten over het lerarentekort, al dan niet genoeg geld voor salarissen en de hoge werkdruk in het basisonderwijs dreigen de prachtige kanten van ons vak onder te sneeuwen. Dit blog is voor wie wel eens droomt van een overstap. Omdat kinderen je boeien, omdat ontwikkeling je energie geeft of omdat je misschien naar een nieuwe betekenis in je werk zoekt.

 

Je bent goudzoeker

Wie voor de klas staat, oefent een ambacht uit. Een echt vak. Uitleggen van sommen en begrippen, vertellen van verhalen; het is een kunst op zich. Je rekenblokjes liggen klaar om de uitleg van de vorige dag concreet te maken. Voor de kinderen die wat meer oefening nodig hebben, liggen de bladen klaar, ze kunnen verder. Aan je instructietafel geef je een extra impuls aan leerlingen die dat nodig hebben. De kunst van een goede uitleg geeft al voldoening op zich. Maar let op de ogen van kinderen als ze het begrijpen! Die aha-erlebnis, voor het eerst beschreven door Karl Bühler (1879-1963) is telkens weer een gouden momentje. Je voelt je ’s avonds als een goudzoeker die zijn opbrengst na een dag van geduldig zoeken en zeven bekijkt. Je bent echt verrijkt.

 

Dynamiek en teamwork

Een dag met je groep betekent een dag communiceren. De hele dag is er interactie. Daar moet je tegen kunnen. Daar moet je zelfs van houden. Vanaf het moment dat de kinderen binnenkomen (‘Welkom!’) tot het moment dat ze je klas weer verlaten (‘Tot morgen, mees’ of ‘Doeg, juf’). Je schakelt van groepsniveau naar individueel niveau. Zo’n dag is niet te voorspellen. Kinderen interacteren met elkaar en met jou. Als leerkracht heb je invloed op die interactie en telkens speel je in op de situatie die zich voordoet. De dynamiek van een dag kost energie en geeft energie. Bij je beroep hoort spontaniteit. Iedere dag leer je wat bij en je wordt voortdurend uitgedaagd. Hoe reageer je op een spannende situatie? Wanneer en hoe lang laat je kinderen zelf oefenen in het omgaan met elkaar? Wanneer grijp je in? En hoe dan? Iedere dag brengt zijn eigen kansen met zich mee. En als je het even niet meer ziet? Dan staat er een team met ervaren collega’s om je heen, die graag met je meedenken. Je deelt immers het mooie vak met hen. En ze helpen je graag. Dynamiek en teamwork dus.

 

Twintig tot vijftig jaar?

Het kan zomaar: dat je op het leven van kinderen zo’n grote impact hebt, dat ze je de komende decennia blijven herinneren. Dat ze terugdenken aan je warmte, je lach, het vertrouwen dat je uitstraalde. Een gouden moment; jouw ontdekking en erkenning van hun talent. Het werken met kinderen is zo betekenisvol. Denk zelf maar eens terug aan je schooltijd. Aan die juf of meester, die ene misschien, die het verschil voor je maakte. Ze hebben je gevormd. Het waren vakmensen, boordevol liefde voor uitleg en talenten en dagelijks op zoek naar fijne momenten in de groep. Maar misschien was wel het belangrijkst, dat het een professional was die werkelijk iets gaf voor jouw ontwikkeling.

 

Dit kun jij ook zijn.

 

Denk er nog maar eens over na. Voel in je hart: zit die liefde daar? Bel een school. Ga in gesprek. En laat je inspireren. We hebben je heel hard nodig.

Winkelwagen
Scroll naar boven