Esther de Graaff

Naar het VSO

Onderuitgezakt zit Tom op de bank. Zijn ene been over het andere. Het is nog vroeg, maar het is al goed te voelen dat het een warme dag wordt. Tom draagt een korte broek en een mouwloos shirt. De sandalen in maat 40 worden al wat krap. Zijn tanden zijn gepoetst en zijn huid glimt van de zonnebrandcrème. Hij liet het insmeren toe, als iets wat nou eenmaal hoort bij warm weer. Als het maar niet te lang duurt, dat gerommel aan z’n lijf.

Nog een week, dan is het zomervakantie. ‘Tom, pak je tas maar, we gaan naar school,’ zeg ik. ‘Nee!’ schreeuwt hij, zonder me aan te kijken. Als een reflex. Alles is in eerste instantie ‘Nee!’ Een tiener. Een puber. En toch ook weer niet.

Na de vakantie gaat hij naar het VSO. Het Voortgezet Speciaal Onderwijs. Hij komt in een klein klasje. Een zorggroep. Gekscherend zei ik laatst: ‘Hij wordt een brugpieper.’ Het voelt zo raar. Weer zo’n mijlpaal die zo anders is dan we ooit voor ogen hadden. Maar net als voor alle kinderen die naar het voortgezet onderwijs gaan is het gewoon heel spannend. Een nieuwe locatie met nieuwe leraren.

Al zes en een half jaar zit hij op dezelfde school. Toen hij er als vijfjarig jongetje terechtkwam, was het als een warm bad voor ons. Na een verkeerd uitgepakt advies van het medisch kinderdagverblijf en een periode van thuiszitten mocht hij naar deze ZMLK-school. Ik weet nog dat ik voor het eerst met hem naar binnen ging. We waren allebei uitgeput, want Tom sliep extreem slecht in die tijd. En ik dus ook. Hij zat in een buggy, want lopend kreeg ik hem nergens mee naartoe. Hij huilde. Hij brulde. Ik was bang dat ze hem niet wilden hebben, want wat moesten we dan? Een IQ-test was nodig om een indicatie te krijgen. Het viel niet mee, maar uiteindelijk was er een test, een uitslag en een toelaatbaarheidsverklaring, en kon hij starten op deze school.

  Tom was echt welkom. Vol hartelijkheid werden we ontvangen en begeleid. We hebben veel begrip en steun ervaren, en wat voelde dat goed. Langzaamaan kwam er wat meer rust in ons gezin.

Hij kwam in een kleine klas met andere kinderen met autisme en een verstandelijke beperking. De leerlingen verschilden van leeftijd en Tom was veruit het ukkie van de klas. Hij mocht wennen, veel snoezelen en hangen, en kreeg met veel geduld de structuur van de school aangeleerd. Hij zat op z’n plek. Ze begrepen hem of deden daar in elk geval erg hun best voor.

Het duurde even voordat Tom in de kring kon blijven zitten. En eten uit een broodtrommel wilde hij lange tijd niet. De juf probeerde van alles. Ze pakte er een mooi bord bij. Het brood werd in stukjes gesneden. En uiteindelijk kwam het goed; hij eet al jarenlang met veel genoegen zijn broodtrommel leeg.

Inmiddels zijn we zes en een half jaar verder en is hij zo’n beetje de langste jongen op school. En ‘ineens’ is het tijd om afscheid te nemen van deze vertrouwde plek en de vertrouwde leraren die hem zo goed kennen. Het valt me zwaar, dit afscheid. Er zijn niet veel mensen die Tom zo goed kennen als zij. Deze school, dit klasje, het was een veilige baken, een terugkerend, gestructureerd onderdeel in het leven van Tom. En dat gaat nu veranderen. En ik moet weer een beetje meer loslaten.

Mijn dochter van bijna tien juich ik toe in het zelfstandig worden. ‘Ik kom wel zelf uit school hoor, mam!’ roept ze steeds vaker, of: ‘Ik loop even naar het speeltuintje, oké?’ En ik geniet van de whatsappjes vol hartjes die ze me stuurt nu ze sinds kort een smartphone heeft. Zo gelukkig als ik ervan word om mijn dochter te zien opbloeien, groeien in assertiviteit, genieten van steeds meer vrijheid, de wereld ontdekkend; zo moeilijk vind ik het om haar grote broer te zien groeien. Zo kan mijn hart ineens angstig kloppen als ik denk aan de toekomst. De gedachte dat hij zich over een paar jaar moet scheren. De angst dat hij altijd een luier nodig zal hebben. De wetenschap dat hij op een gegeven moment niet meer thuis zal wonen.

Veranderingen met een kind als Tom zijn ingrijpend en geven vaak onrust. Als ouders zijn we altijd op zoek naar een goed evenwicht van activiteit en ontspanning voor hem, waarbij we hem steeds voorbereiden en onze planning zo goed mogelijk voor hem uitstippelen. Alles om maar zoveel mogelijk rust in zijn hoofd en in ons huis te houden. Steeds maar bedenkend wat het beste is voor hem, maar ook voor de rest van het gezin.

Het blijft ingewikkeld. Er gebeuren natuurlijk altijd onverwachte dingen en hoe Tom reageert op gebeurtenissen, is zelden zoals we hadden verwacht. Hoe hij de stap naar het VSO zal zetten? We zullen het wel zien. Hij is al twee keer even gaan wennen en dat ging gelukkig heel goed. We hebben vertrouwen in de warme overdracht en hopen op een goede, nieuwe fase in Toms leven. Veranderingen horen bij het leven en kunnen soms verrassend uitpakken.

Snel veeg ik nog even zijn neus schoon en doe ik wat gel in zijn haar. ‘Tom, we gaan.’ Met een enthousiaste gil springt hij op: ‘Eerst school, dan Teletubbies?’ ‘Ja hoor, na school mag jij Teletubbies kijken.’

Mijn grote zoon. Een tiener. Een puber. En toch ook weer niet.

 

Gepubliceerd 24 juli 2018

Bekijk hier het complete blogoverzicht

 

Winkelwagen
Scroll naar boven