Ik probeerde zo netjes mogelijk de woorden tussen de regels te schrijven in mijn schrijfschrift. Ik had inmiddels al vier stickers en bij de vijfde sticker mocht ik de volgende keer met een groene vulpen schrijven. Het was bijna kwart over drie en er heerste een rustige sfeer in de klas. Hoewel het half november was, viel er toch een warme zonnestraal door het raam op mijn tafel. Het was zo’n moment waarin je voor altijd zou willen blijven zweven.
‘Jullie mogen de schriften dichtdoen en op de hoek van de tafel leggen,’ hoorde ik meester Wijnhout zeggen. ‘Ik heb gehoord dat er weer Zwarte Pieten zijn gesignaleerd in onze wijk.’
We moesten lachen. Geloven deden we al lang niet meer in groep 7, maar het bleef toch leuk om net te doen alsof Sinterklaas echt bestond.
‘Je hebt nog tien minuten tot de bel. Ruim je laatje zo netjes mogelijk op en als je klaar bent mag je alvast je jas aantrekken en op je plaats wachten. Als je laatje netjes is opgeruimd, dan weet ik zeker dat Piet er vannacht iets lekkers in doet.’
De volgende dag lag er op iedere tafel een suikerkikker in glimmend gekleurd papier. We peuterden dat er heel voorzichtig af en vouwden het daarna helemaal uit om het vervolgens mooi glad te strijken. Michael had nooit een opgeruimd laatje. Als hij een begin maakte met opruimen, dan verdwaalde hij in al zijn rommel. Hij gaf het dan op. Toch had ook hij deze ochtend een suikerkikker op zijn tafel liggen. Toen hij in zijn laatje keek, zag hij dat het helemaal was opgeruimd door een Zwarte Piet. Hij ging stil aan zijn tafel zitten en meester Wijnhout gaf hem een knipoog.
We vierden in groep 7 en 8 geen Sinterklaas meer. De Goedheiligman kwam ’s morgens aan bij de kleuters, terwijl wij rekenles hadden. Daarna ging hij naar groep 3 en 4, terwijl wij lazen in ons leesboek. Het was eigenlijk een heel gewone schooldag voor ons. Het was dan ook extra leuk als we het laatste uur van de dag een kring mochten maken en er toch nog een Piet langskwam met een zak cadeautjes.
Cadeautjes die we zelf voor elkaar hadden gekocht. Geen uitbundige surprises, maar gewone pakjes met een gedicht. We hadden in de taallessen flink geoefend met verschillende soorten rijm en als huiswerk moesten we een cadeautje kopen voor elkaar en daarbij een gedicht schrijven. In een bruine papieren enveloppe zat een rijksdaalder die we daarvoor mochten gebruiken.
Tegenwoordig gaat het er op veel basisscholen heel anders aan toe. Het Sinterklaasfeest is veranderd van een folkloristische curiositeit tot een commerciële happening, waarbij kinderen wekenlang in spanning worden gehouden en leerkrachten bijna bezwijken onder de druk van de decemberperiode.
Er komen Rommelpieten langs die de klassen op de kop zetten. De grond ligt bezaaid met papier, laatjes zijn op de kop gegooid, de inhoud van de kasten is uitgestrooid over de vloer en alle stoelen van de kinderen zijn verwisseld. De stoel van de juf hangt aan een touw aan het plafond en op de ramen zijn zwarte handen zichtbaar. De leerlingen zijn de rest van de dag van slag en van leren komt weinig tot niets terecht.
Op 5 december staat de hele school ’s ochtends te wachten op de aankomst van de Sint. Ook de leerlingen in de midden- en bovenbouw. Een aankomst die vooral spectaculair moet zijn: politiewagens, speedboten en zelfs heuse helikopters worden gebruikt om de Sint te laten arriveren. Hoe gekker, hoe beter lijkt het wel. Stel je voor dat de andere school in de wijk een betere aankomst heeft bedacht.
Ouders klagen hoeveel stress het oplevert bij hun kinderen. Sommige leerlingen slapen slecht, zijn druk of niet te genieten, hebben concentratieproblemen en leren daardoor minder dan gewoonlijk op school.
Leerkrachten komen in december te weinig toe aan hun primaire taak: lessen voorbereiden en geven. De Sinterklaascommissie vraagt veel tijd, net als alle activiteiten die in de aanloop naar 5 december worden georganiseerd. Brieven van de Sint, Slaappieten en het eindeloos oefenen voor het toneelstukje dat moet worden opgevoerd.
We willen voortdurend afwijken van het saaie ritme van een schooldag, alles moet leuk zijn. Maar als alles altijd maar leuk is, dan verliest het aan kracht. Elke dag patat is tenslotte ook niet lekker. En al helemaal niet gezond.
Het lijkt soms wel of we als leerkrachten zelf zijn gaan geloven in Sinterklaas. Of we ons er niet meer van bewust zijn dat wij zelf die onrust veroorzaken in onze scholen: ‘Het is nu eenmaal een drukke tijd en daar doe je niets aan.’ Maar Rommelpieten bestaan niet! Met hetzelfde gemak kunnen we Opruimpieten langs laten komen. We bepalen zelf hoe gek we onze leerlingen maken.
Willen we hen voortdurend prikkelen of willen we leerlingen rust geven? Willen we hen afleiden of juist leren focussen? Geven we hun voorspelbaarheid en veiligheid, of maken we alles spannend? Willen we hen vermaken of iets leren? Zetten we hun klas op de kop of laten we hun de laatjes opruimen? Je hoeft niet mee in de Sinterklaasratrace.
Goed agendapunt voor de volgende teamvergadering?
Geplaatst op 27 november 2014
Bekijk hier het complete blogoverzicht
Bij uitgeverij Pica verscheen: