Binnenkort kunnen wij niet meer rustig in het zonnetje in de tuin zitten, maar moeten we ons een weg banen langs bouwvakkers en gereedschap. Wij laten namelijk een aanbouw maken waar mijn praktijkruimte in komt! Het is natuurlijk superfijn om een mooie plek in te richten waar ik straks kinderen en ouders kan ontvangen. In mijn vrije uurtjes knip ik alvast plaatjes uit van mooie kleurencombinaties en struin ik woonwinkels af.
Maar ik vind het ook spannend. Ik heb gemerkt dat de kwaliteit van mijn coaching beter is als ik mij prettig voel op een plek. Maar het lastige van nieuwbouw is dat je niet vooraf even ‘de ruimte kan voelen.’ De plek die ik nu huur, is heel prettig. Er is licht en een goede sfeer. Ik kan alleen maar hopen dat mijn eigen ruimte straks diezelfde energie heeft, zodat ik me volledig kan richten op de binnenkomende hulpvragen.
Het gekke is dat behalve bij deze verbouwing het begrip ‘ruimte’ ook op andere terreinen langskomt. Zo heeft onze oudste zoon van bijna zeventien een druk leven. School, werk, vriendin, sociale activiteiten; we zien hem amper. Jammer, want hij is een leuke gast met goede ideeën en ik word altijd blij van hem. Dus ik mis zijn aanwezigheid en kritische opmerkingen en maak me soms zorgen of hij niet te veel hooi op zijn vork neemt. Tegelijkertijd weet ik heel goed dat het een natuurlijk proces is dat hij meer ruimte neemt. Pubers horen te experimenteren en hun eigen invulling van het leven te kiezen. Dat je daarbij wel eens een fout maakt of je neus stoot, is heel waardevol. Ik heb er alle vertrouwen in dat onze zoon zijn eigen lessen leert.
Ook verschillende coachingstrajecten gaan in essentie over ruimte. Zo is daar Jim, een jongen van negen jaar. Hij is enorm gedreven, wil alles zelf doen en botst continue met zijn ouders over van alles en nog wat. Ouders vragen mij om praktische handvatten, dus er zijn gezinsafspraken gemaakt en communicatiemethoden getest. Met Jim heb ik gekeken naar het verschil in taken van ouders en kinderen en we hebben de cirkel van invloed en betrokkenheid besproken. De situatie is daardoor enigszins verbeterd, maar de echte doorbraak kwam pas na een belangrijk inzicht van moeder. In een tussenevaluatie vraag ik haar om met ‘grondtegels’ (symbolische hulpmiddelen voor de personen in een gezin) neer te leggen hoe de relatie tussen haar en haar zoon eruitziet. Moeder legt de tegels bijna tegen elkaar aan. Als zij op de tegel van haar zoon gaat staan, voelt ze een enorme beklemming. Meteen ontstaat het inzicht: ‘O jee, ik zit hem wel heel erg op de huid. Hij kan bijna niet eens ademen.’ Door dit inzicht lukt het haar om haar zoon in het dagelijkse leven veel meer ruimte te geven. Dit heeft een enorm positief effect op de afspraken en de sfeer in huis.
Een week later heb ik een afspraak met Peter. Deze veertienjarige jongen heb ik tijdens zijn basisschoolperiode geholpen met het ontwikkelen van sociale vaardigheden. Zijn ouders hebben nu om een herhaalconsult gevraagd. Ze maken zich zorgen om hem. Hij heeft weinig afspraken na schooltijd en gaat afstromen van havo naar mavo. Ik ben benieuwd naar zijn verhaal. Hij komt wat onverschillig binnen en biecht op dat hij eigenlijk niet zo veel zin heeft. In zijn beleving is hij door zijn ouders gestuurd.
Omdat we toch een uur te vullen hebben, wil hij wel meewerken aan een klein onderzoekje. Samen tekenen we hoe zijn leven ervoor staat. Sociaal gezien heeft hij een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Hij heeft vrienden, doet aan sport en zit lekker in zijn vel. Hij vertelt dat hij echt hard moest werken op de havo en daardoor niet veel tijd had om na schooltijd nog af te spreken. Hij is opgelucht dat hij kan afstromen naar de mavo. Hij voelt wel heel duidelijk de teleurstelling van zijn ouders en vindt dat een lastig gevoel. Wanneer we dit afpellen blijkt dat hij zich hierdoor afgewezen voelt en het idee krijgt dat hij niet zijn eigen pad mag lopen.
Als ik later contact opneem met moeder vertelt zij dat zij zelf altijd spijt heeft gehad dat ze haar hbo-opleiding heeft afgebroken. Zij heeft hoge verwachtingen van haar zoon en is inderdaad teleurgesteld dat hij nu naar de mavo gaat. Als ik vertel dat hij zich hierdoor afgewezen voelt, valt ze stil. ‘Ach, is dat zijn gevoel? Ik wil hem alleen maar stimuleren.’ Ik geef aan dat hij volgens mij geen probleem heeft. Hij kiest duidelijk zijn eigen weg en is op zoek naar balans. Hij maakt hierin afgewogen keuzes. Hij doet het alleen op een andere manier dan zijn ouders hadden gehoopt. Ook hier zijn ruimte én vertrouwen nodig.
Als ik moeder twee weken later op straat tegenkom, stapt ze van haar fiets af om mij te bedanken. ‘Ik had even jouw objectieve blik nodig om te zien wat voor een geweldige zoon we hebben en hoe hij in staat is om zijn eigen beslissingen te nemen.’ Vrolijk fiets ik door. Fijn dat ook hier ruimte is gecreëerd!
Gepubliceerd op 28 juni 2018
Bekijk hier het complete blogoverzicht